TAG-029: Beslissing 19 maart 2008
Meer lezen
TB-009-2008: Beslissing 27 oktober 2008
Meer lezen
Verwerping van het cassatieberoep
- Eiser werd vervolgd om ondeontologisch gehandeld te hebben door in strijd met zijn beroepsverplichting van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid als advocaat:
- ontvangen gelden en/of de rente daarop niet, of laattijdig, te hebben overgemaakt aan de cliënten waarvoor zij bestemd waren;
- nagelaten te hebben te antwoorden op brieven die de stafhouder aan hem richtte;
- aan de stafhouder gemeld te hebben dat een derdengeldenprobleem reeds geruime tijd geregeld was, terwijl dit in werkelijkheid niet het geval was;
- nagelaten te hebben een bedrag verschuldigd aan gerechtsdeurwaarder Driscart te hebben overgemaakt.
Op de zitting d.d. 16 januari 2008 voor de Tuchtraad voor Advocaten te Gent, verklaarde cliënt zich akkoord met de vervollediging van de tenlastelegging "houding strijdig met de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen" met de woorden "en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen".
Op diezelfde zitting werd de stafhouder van de balie Dendermonde vertegenwoordigd door Meester Edward Pieters, vice-stafhouder, gehoord, die verslag uitbracht.
Bij beslissing d.d. 19 maart 2008 verklaarde de Tuchtraad voor Advocaten van de balies van het rechtsgebied van het Hof van Beroep te Gent de aan eiser ten laste gelegde feiten allen bewezen en legde hem voor deze tenlasteleggingen samen een tuchtstraf van vier maanden schorsing op, waarvan drie maanden met uitstel.
Daarnaast werd eiser veroordeeld tot het betalen van de kosten, begroot op 140 €.
- Tegen deze beslissing voert eiser op 1 april 2008 hoger beroep in.
- Bij aangetekend schrijven d.d. 4 september 2008 nodigde de Tuchtraad van Beroep te Brussel de stafhouder van de Orde van advocaten te Dendermonde - in zijn hoedanigheid van onderzoeker - uit om te verschijnen op de zitting van 29 september 2008, tijdens dewelke het door eiser ingestelde hoger beroep vervolgens werd behandeld.
De stafhouder verscheen niet op deze zitting, noch werd hij er vertegenwoordigd.
Bij beslissing d.d. 27 oktober 2008 werd de beslissing van de Tuchtraad te Gent d.d. 19 maart 2008 bevestigd en werd eiser veroordeeld tot de kosten van beroep.
Tegen deze beslissing voert eiser voert eiser een middel tot cassatie aan:
Geschonden wetsbepaling:
- Art. 467 juncto 459, §2, in fine Gerechtelijk Wetboek;
- Art. 6.1 van het Verdrag van 4 november 1950 tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, goedgekeurd bij wet van 13 mei 1955 (verder: E.V.R.M.)
Het Hof verwerpt het cassatieberoep.