Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Opname tableau
- Stageverplichtingen
- Ontvankelijk en gegrond beroep
In zitting van 15 januari 2019 heeft de raad van de orde van advocaten van de balie het verzoek tot opname op het tableau afgewezen en de stage verlengd tot 25 juni 2019.
Dit is de bestreden beslissing.
De tuchtraad van beroep kan de bestreden beslissing niet bijtreden.
In het dossier zitten er geen opmerkingen op het stageverslag, zijn er geen processen-verbaal van tucht opgenomen en zijn er geen tussenkomsten van de stafhouder noch van de stagecommissie gekend omtrent het verloop van de stage van de advocaat of de begeleiding van de stagemeester.
Nergens blijkt dat de stafhouder al eerder zijn opmerkingen zou hebben geuit over het verloop van de stage terwijl de wijze van werken van de advocaat al langer bij de stafhouder bekend was.
De advocaat heeft blijkens het advies van de stagecommissie zijn verplichtingen in het kader van de juridische bijstand vervuld en beschikt over een BJB-attest.
De advocaat is geslaagd is in de BUBA-examens en beschikt over een BUBA-attest.
De stage duurde langer dan de wettelijk vereiste drie jaren.
Op grond van artikel 29 Codex Deontologie vraagt de stagiair na het einde van de stage schriftelijk zijn inschrijving op het tableau. Voormelde bepaling voorziet geen bijzondere voorwaarden.
Artikel 37 Codex Deontologie legt aan de stagiair de verplichting op om de dossiers die hem door zijn stagemeester werden toevertrouwd met de nodige ijver en zorg te behartigen.
Deze bepaling legt evenwel niet aan de stagemeester de verplichting op om dossiers toe te vertrouwen aan zijn stagiair, noch legt deze bepaling aan de stagiair de verplichting op om dossiers voor zijn stagemeester te behartigen.
Deze bepaling bevat wel de verplichting om de dossiers die aan de stagiair worden toevertrouwd met de nodige ijver en zorg te behartigen.
De stageovereenkomst tussen de advocaat en mr. X is daaraan niet tegenstrijdig nu de tijdsbesteding aan de dossiers van de stagemeester basis vormt voor de vergoeding die aan de stagiair wordt betaald.
Uit het dossier blijkt dat deze prestaties op nul werden gezet, waartegen ook geen vergoeding stond.
Uit het dossier en de behandeling van de zaak op de openbare zitting blijkt dat de advocaat aan al zijn stageverplichtingen overeenkomstig artikel 37 Codex Deontologie heeft voldaan.
Het blijkt tevens dat de advocaat opleiding en begeleiding heeft ontvangen gedurende de duur van zijn stage.
Er blijkt evenmin discussie te bestaan dat de advocaat gedurende zijn stage eigen dossiers heeft behandeld en het blijkt dat hij voor de behandeling van zijn dossiers en de behartiging ervan van zijn stagemeester bijstand en opleiding heeft gekregen, dat de dossiers besproken werden en dat ontwerpen van procedure-akten werden nagelezen. Er was controle en bijsturing.
Tevens blijkt dat de advocaat pleidooien van zijn stagemeester heeft bijgewoond, en dat hij tevens begeleid werd in de nevenactiviteiten van de balie.
De stagemeester blijkt meer dan enkel op afroep aanwezig te zijn geweest maar heeft ook effectief tijdens de stage opleiding en bijstand gegeven, waarbij de dossiers werden nagezien en bijgestuurd. De stagecommissie benadrukt uitdrukkelijk dat omtrent het optreden van de stagemeester geen opmerkingen te maken zijn.
De opleiding en bijstand moet niet noodzakelijk gebeuren aan de hand van de dossiers van de stagemeester op diens kantoor.
Tevens is er geen discussie dat de stagemeester gewaakt heeft over de naleving van de deontologische regels, terwijl uit het dossier en de behandeling van de zaak op de openbare zitting eveneens blijkt dat de advocaat door het behandelen van de eigen dossiers kennis en praktische vaardigheden heeft verworven.
Naar het oordeel van de tuchtraad van beroep is het verwerven van de nodige kennis en praktische vaardigheden als stagiair niet afhankelijk van de oorsprong van de te behartigen dossiers, al dan niet toegewezen door de stagemeester of eigen dossiers.
De tuchtraad van beroep stelt vast dat de advocaat aan al zijn stageverplichtingen heeft voldaan en dat de stage wel degelijk volwaardig werd uitgevoerd.
Er is dan ook geen enkele reden om het verzoek tot opname op het tableau te weigeren en de stage te verlengen tot 25 juni 2019.
Derhalve oordeelt de tuchtraad van beroep dat het verzoek van de advocaat tot opname op het tableau gegrond is.