Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Het niet (tijdig) beantwoorden van de brieven van confraters, cliënten en de Stafhouder;
- Het gebrekkig informeren van cliënten,
- Het niet (tijdig) overmaken van dossiers aan opvolgers;
- Het niet tijdig opvolgen van instructies van de Stafhouder (i.v.m. het overmaken van dossiers aan opvolgers).
- Schorsing voor een termijn van zes maanden, met uitstel voor de duur van drie jaar
De advocaat werd in eerste aanleg vervolgd voor de navolgende feiten en tenlasteleggingen :
- Het laten leggen van uitvoerend beslag niettegenstaande betalingstermijnen, het niet reageren op brieven van de tegenstrever en van de stafhouder.
- Het niet of onvolledig informeren van de cliënt over een stand van zaken van de behandelde dossiers en het niet beantwoorden van brieven van de stafhouder.
- Het nalaten gedurende twee jaar om iets te doen in een dossier over erfenisrechten, gevolgd door een verzoek in afgifte van het dossier door de opvolgende confrater.
- Het niet beantwoorden van brieven van een confrater die optrad als vereffenaar van een vennootschap en die zich genoodzaakt zag toelating te vragen aan de stafhouder om over te gaan tot dagvaarding in afgifte.
- Het nalaten het dossier over te maken aan de opvolgende confrater in vier dossiers en het onbeantwoord laten van brieven van de stafhouder in twee van deze dossiers.
- Het onbeantwoord laten van e-mails, telefonische oproepen en brieven van de cliënt.
- Het gedagvaard worden in beroepsaansprakelijkheid en het niet verlenen van zijn medewerking aan de procedure.
- Het niet betalen van ereloonstaten voor vervangingen.
In eerste aanleg werden de inbreuken grotendeels voor bewezen verklaard en werd de tuchtstraf uitgesproken van schorsing het beroep van advocaat uit te oefenen voor een termijn van zes maanden, waarvan één maand effectief en vijf maanden met uitstel.
De hoger vermelde inbreuken zijn ernstig, en houden zonder meer een ernstige tekortkoming in aan de beroepsverplichtingen van de advocaat, temeer gelet op het veelvuldig karakter van de zich voordoende problemen.
Het feit dat de advocaat in de loop van 2017 met diverse persoonlijke problemen werd geconfronteerd zal zeker een invloed hebben gehad op het organisatievermogen van de advocaat, maar gelet op het tuchtrechtelijk verleden van de advocaat (Een waarschuwing (beslissing van 29.08.2006) voor niet overmaken dossier en niet beantwoorden brief van de stafhouder; Beslissing tuchtraad voor advocaten van 19.05.2009: opschorting van de uitspraak; Beslissing Tuchtraad van beroep van 17.02.2011: waarschuwing; Beslissing Tuchtraad van beroep van 14.03.2017: schorsing van 6 maanden waarvan 15 dagen effectief en de rest met uitstel voor 3 jaar) oordeelt de tuchtraad van beroep dat deze persoonlijke omstandigheden niet volstaan als verklaring.
De tuchtraad van beroep oordeelt dat er duidelijk steeds sprake is geweest van een structureel probleem in de organisatie van het beroep door de advocaat.
De tuchtraad van beroep houdt tenslotte rekening met het feit dat de advocaat
voorhoudt dat hij deze keer wel degelijk de nodige lering heeft getrokken en volgende maatregelen heeft genomen om zijn kantoor dermate te reorganiseren dat de stipte opvolging van dossiers en briefwisseling geen problemen meer zou stellen:
Uitbreiding van zijn secretariaat;
- Inschakeling van een tele-secretariaat;
- Bijstand van een coach-bedrijfsleider;
- Inschakeling van een boekhoudkantoor;
- Meer beroep op medewerkers.
Gelet op dit geheel van elementen oordeelt de tuchtraad van beroep dat enerzijds de opgelegde schorsing behouden moet blijven, maar dat anderzijds toch een volledig uitstel voor een periode van 3 jaar verantwoord is.
Niettegenstaande het zware tuchtrechtelijk verleden, mag immers toch verhoopt worden dat de thans door de advocaat genomen maatregelen eindelijk hun effect zullen hebben op de organisatie van zijn kantoor zodat de eer van de Orde en de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid in de toekomst niet langer zullen miskend worden.
De tuchtraad van beroep spreekt één straf uit voor alle reeds in de bestreden beslissing bewezen verklaarde tenlasteleggingen, zoals thans bevestigd, en legt in hoofde van de advocaat een schorsing op voor een termijn van 6 maanden, met dien verstande dat het geheel van de schorsing wordt uitgesteld gedurende 3 jaren.
Lees ook deze beslissing
SBT-178: Beslissing 15 januari 2019
Briefwisseling
Medewerking stafhouder / balie
Gebrekkige communicatie cliënt
Opvolging
Ereloon
Schorsing met uitstel