Ga verder naar de inhoud

TB-0209-2018: Beslissing 18 juni 2019

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Niet beantwoorden briefwisseling stafhouder en confrater
  • Opvolging
  • Confraterniteit
  • Houding tijdens salduzverhoor
  • Beroepsgeheim
  • Wijze van functioneren voor de rechtbanken
  • Bedrieglijke verduistering of wegmaking
  • Belasteren van de stafhouder namens onwetende cliënt
  • Ontvankelijkheid
  • Schrapping van het tableau

De advocaat werd voor de tuchtraad voor advocaten van de ordes van het rechtsgebied van het hof van beroep te Antwerpen vervolgd voor meerdere feiten en tenlasteleggingen.

De tuchtraad besliste de advocaat de sanctie van de ‘schrapping’ op te leggen.

Wat de ontvankelijkheid van de oorspronkelijke vordering betreft

Kort samengevat wordt in dit verband opgeworpen:

  • Dat de tuchtraad niet geldig gevat werd, want door een niet gemotiveerde brief van de stafhouder, zonder met redenen omklede beslissing;
  • Dat de aanhangigmaking onontvankelijk is omdat de stafhouder niet onpartijdig was, wat zou blijken uit de brief van aanhangigmaking en uit het opgelegde paleisverbod;

De tuchtraad heeft deze bezwaren van de advocaat terecht verworpen, en terecht geoordeeld dat de tuchtvordering ontvankelijk was, op grond van een oordeelkundige motivering, die, voor zover niet tegengesproken door wat hierna gesteld wordt, door de tuchtraad in beroep wordt bijgetreden en overgenomen.

De tuchtraad in beroep voegt hier nog enkel aan het volgende aan toe:

Art. 458, §2, eerste lid, Ger. W. luidt als volgt:

De stafhouder die na het onderzoek oordeelt dat er redenen bestaan om de advocaat te laten verschijnen voor de tuchtraad, zendt het dossier samen met zijn met redenen omklede beslissing over aan de voorzitter van de tuchtraad, zodat deze de tuchtraad kan samenroepen overeenkomstig de bepalingen van artikel 459. Hij brengt de advocaat en de klager hiervan op de hoogte.”

Het feit dat in de aanhangigmaking van 18.04.2018, zoals die ondertekend werd door de stafhouder, geen melding wordt gemaakt van het laatste verhoor van de advocaat van 16.04.2018, heeft niet tot gevolg dat deze aanhangigmaking niet meer voldoende met redenen omkleed is. De brief met de aanhangigmaking is voldoende precies gemotiveerd opdat de betrokken advocaat perfect wist waarop zij zich kon verdedigen. Haar rechten van verdediging zijn, gelet op de gehele inhoud van de brief van aanhangigmaking samen gelezen met de bijgevoegde bijlagen, in dit opzicht in geen geval geschonden.

Wat het beweerde gebrek onpartijdigheid in hoofde van de stafhouder betreft, bevestigt de tuchtraad in beroep dat noch het feit dat bepaalde vermeende tuchtfeiten betrekking hebben op de stafhouder zelf, noch het feit dat voorheen een paleisverbod werd opgelegd, een aanwijzing uitmaken van gebrek aan onafhankelijkheid of onpartijdigheid waardoor het eerlijk karakter van het tuchtproces zou geschonden zijn.

Besluit: de oorspronkelijke tuchtvordering werd terecht ontvankelijk verklaard.

Wat de feiten ten gronde betreft

Wat betreft de tenlasteleggingen A.1. tot A.6. en B.1. tot B.5.

De tuchtraad heeft het verweer van de advocaat terecht verworpen, en terecht geoordeeld dat deze tenlasteleggingen bewezen waren, behalve de schending van het beroepsgeheim (waarvan sprake in tenlastelegging A.5.), het feit zij het dossier niet aan de opvolger zou overhandigd hebben (waarvan sprake in tenlastelegging B.4.) en het feit B.5., welke 3 feiten zij terecht niet bewezen verklaard werden.

De tuchtraad nam deze beslissing op grond van een oordeelkundige motivering, die door de tuchtraad in beroep wordt bijgetreden en overgenomen.

In haar thans neergelegde conclusie wordt m.b.t. de grond van deze feiten geen nieuw middel aangehaald dat nog niet afdoend beantwoord werd door de tuchtraad.

Wat betreft de tenlasteleggingen C

De tuchtraad heeft terecht geoordeeld dat de tuchtvordering niet verjaard was, op grond van een oordeelkundige motivering, die, voor zover niet tegengesproken door wat hierna gesteld wordt, door de tuchtraad in beroep wordt bijgetreden en overgenomen.

De tuchtraad in beroep voegt hier nog enkel aan het volgende aan toe:

Het wordt niet betwist dat het tuchtonderzoek terzake gestart werd op 02.05.2016.

Hoewel er in het tuchtbundel sprake is van brieven die dateren van meer dan 12 maanden vóór 02.05.2016 en waarin melding gemaakt wordt van een strafzaak in hoofde van de advocaat, welke strafzaak gesteld zou worden voor de correctionele rechtbank, is er geen enkel stuk waaruit blijkt dat de stafhouder eerder dan 03.05.2015 kennis kreeg van de precieze feiten van tenlastelegging C. Volledig onderzoek van het tuchtbundel met bijlagen, wijst uit dat de stafhouder pas bij brief van 07.05.2015 voor het eerst op de hoogte gesteld werd van de feiten zelf waarvoor de advocaat vervolgd werd, te weten de bedrieglijke verduistering van de Land Rover Evoque Ed.eD4 2WD Pure.

Op basis van de ter beschikking zijnde stukken oordeelt de tuchtraad in beroep dan ook dat de stafhouder wel degelijk conform art. 474 Ger. W. gehandeld heeft, en het tuchtonderzoek gestart is binnen de 12 maanden nadat hij kennis kreeg van de precieze feiten.

Dit wordt overigens zijdelings nog beklemtoond door de mail van de advocaat van 27.05.2015 met in bijlage kopie van de dagvaarding, in welke mail zij verwijst naar een gesprek met de stafhouder van 26.05.2015 waarin die om een kopie van de dagvaarding vroeg, uiteraard om volledig kennis te krijgen van de feiten.

De tuchtvordering was dan ook niet verjaard.

De tenlastelegging op zich is voldoende bewezen. De tuchtraad in beroep verwijst terzake naar de motivering in de bestreden beslissing.

Wat betreft de tenlasteleggingen D.1. en D.2.

De tuchtraad heeft deze tenlasteleggingen terecht gegrond verklaard, op grond van een oordeelkundige motivering, die door de tuchtraad in beroep wordt bijgetreden en overgenomen.

In haar thans neergelegde conclusie wordt m.b.t. de grond van deze feiten geen nieuw middel aangehaald dat nog niet afdoend beantwoord werd door de tuchtraad.

Sanctie

Het geheel van de voorliggende feiten zijn bijzonder ernstig en schenden het vertrouwen dat in advocaten moet kunnen gesteld worden, zowel door cliënten, als door magistraten, als door confraters.

Het staat vast dat de advocaat zich schuldig heeft gemaakt aan misbruik van vertrouwen, aan cliëntenronseling deed in de rechtbank tijdens de openbare zitting, haar cliënten in de aangehaalde casussen op volstrekt onprofessionele wijze heeft bijgestaan, zich volstrekt deloyaal heeft gedragen naar confraters en naar de stafhouder toe.

Het geheel van de feiten, met daarbovenop een zware correctionele veroordeling voor misbruik van vertrouwen, vormt een uitermate ernstige inbreuk op de eer van de Orde en op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid, die aan het beroep ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen.

Het verweer van de advocaat dat zij een gedragsproblematiek kent en een gezondheidsprobleem heeft, wordt niet gestaafd aan de hand van bewijskrachtige stukken.

Terecht merkte de tuchtraad op dat de advocaat niet over de nodige kwaliteiten beschikt

om als advocaat te functioneren. Zij heeft kennelijk niet zomaar wat relationele problemen met confraters of met de stafhouder, zij aarzelt niet om strafbare handelingen te stellen tegenover confraters teneinde zich persoonlijk te verrijken. Deze herhaalde tekortkomingen, waarvan enkele zeer ernstig kunnen genoemd worden, maken een zeer ernstige inbreuk uit op artikel 456 Ger. W..

Er kan niet anders dan vastgesteld worden dat de advocaat door deze feiten dusdanig ernstig tekortgekomen is aan de meest fundamentele verplichtingen van het beroep van advocaat, dat de tuchtsanctie van de schrapping terecht werd uitgesproken.

Lees ook deze beslissing

Rechter
Tuchtdatabank

TAA/SL/0313/2018: Beslissing 6 juli 2018

Medewerking stafhouder / balie
Briefwisseling
Opvolging
Confraterniteit
Absolute disfunctie als advocaat
Schrapping

Meer lezen

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen