Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Heropening debatten
- Onontvankelijk beroep
De advocaat heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing betreffende een brief van die door de stafhouder werd gericht aan verschillende advocaten, waaronder de advocaat. De inhoud hiervan luidt als volgt:
“Geachte confraters,
Ik kom terug op de zaak die werd ingeleid door de advocaat tegen de partijen X en Y. Zoals u weet kom ik tussen als vervanger van de stafhouder die in deze verhinderd is.
In deze zaak maakt de advocaat gebruik van een brief die toegeschreven wordt aan advocaat B.
Vanuit het oogpunt van onze deontologische regels kan dit document echter niet in rechte worden aangewend en de advocaat dient het betreffende stuk dan ook onverwijld uit haar dossier te verwijderen.
Ik machtig u om huidig schrijven aan de rechtbank voor te leggen indien zou blijken dat de advocaat niet vrijwillig zou overgaan tot het terugtrekken van het betreffende stuk.
Deze brief wordt u gericht per e-mail en per gewone post.
Met confraternele hoogachting.”
De tuchtraad van beroep ontving enkele uren vóór uitspraak zou worden gedaan in deze zaak, vanwege de advocaat een verzoekschrift tot heropening van de debatten.
In zoverre de inhoud van het verzoekschrift kan worden begrepen, heeft het verzoek tot heropening betrekking op de grond van het door de advocaat ingestelde hoger beroep.
De tuchtraad van beroep stelt vast dat de nieuwe stukken, waarnaar de advocaat verwijst niet van overwegend belang kunnen zijn voor de te nemen beslissing in de voorliggende zaak.
Er is bijgevolg geen grond tot heropening.
Tegen de bewarende maatregel, genomen door de stafhouder, kan bij de tuchtraad van beroep geen hoger beroep worden ingesteld. Dergelijk hoger beroep is enkel mogelijk tegen een zogenaamd paleisverbod, waar de wet uitdrukkelijk een beroepsmogelijkheid heeft georganiseerd ( J. Stevens, Advocatuur. Regels & Deontologie, Mechelen, Wolters – Kluwer, 2015, p. 1217, nr. 1481 ).
Het hoger beroep is dus niet ontvankelijk.