- Eerherstel na schorsing
- Oude tuchtwet
- Nieuwe tuchtwet
Een advocaat verzoekt om eerherstel voor een tuchtrechtelijke sanctie van schorsing uitgesproken door een van de Tuchtraden van beroep onder de oude tuchtrechtspleging, gewijzigd bij wet van 21 juni 2006.
Volgens de stafhouder zijn er vanuit deontologisch oogpunt geen tegenaanwijzingen tegen het eerherstel.
De nieuwe Tuchtraad van beroep oordeelt dat het verzoek ontvankelijk is omdat de termijn van zes jaar na uitspraak is verstreken en dat het verzoek gegrond is.