Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Derdenrekening
- Niet beantwoorden briefwisseling
- Niet betalen factuur
- Niet vrijwillig uitvoeren verstekvonnis
- Niet betalen baliebijdrage
- Niet gemotiveerd beroep
- Kosten
- Hervorming van schrapping naar schorsing voor negen maanden
De tuchtraad verklaart in de bestreden beslissing de volgende feiten bewezen lastens de advocaat:
- het niet of niet tijdig rapporteren omtrent de derdenrekening / rubriekrekening per 31.12.2014,
- het niet beantwoorden van vragen en brieven van de penningmeester en de stafhouder omtrent de rapportering en controle,
- het niet betalen van een factuur uitgaande van de heer X. Het niet reageren op de ingebrekestellingen en de brieven van de stafhouder,
- de niet-vrijwillige uitvoering van een vonnis, bij verstek uitgesproken door de rechtbank van koophandel, en het niet beantwoorden van de brieven van de stafhouder,
- het niet betalen van de baliebijdrage.
Tegen de bestreden beslissing worden geen middelen aangevoerd.
De tuchtraad verwees, wat de uitgesproken sanctie betreft, terecht naar:
- een eerdere tuchtrechtelijke veroordeling die tegenover de advocaat werd uitgesproken
- het nalaten uitleg te verschaffen over het beheer van de derdenrekening - rubriekrekening hoewel uitleg vereist was wegens onbegrijpelijke en onrustwekkende bewegingen op die derdenrekening die mogelijk het vertrouwen in de advocatuur kunnen schaden; dit nalaten schendt bovendien de eer van de Orde en is onverenigbaar met de fundamentele beginselen die het beroep van advocaat schraagt;
- de duidelijke onverschilligheid die de advocaat aan de dag legt m.b.t. de bijzondere verplichtingen eigen aan het beroep.
De tuchtraad van beroep acht de uitgesproken veroordeling (schrapping) evenwel onevenredig zwaar tegenover de bewezen verklaarde feiten.
De tuchtraad van beroep is van oordeel dat een schorsing voor een termijn van 9 maanden een meer aangepaste sanctie inhoudt.
De tuchtraad van beroep oordeelt dat de kosten en uitgaven, gemaakt door de stafhouder of door wie door de stafhouder als onderzoeker werd aangeduid (art. 458 § 1 Ger . W.) en de kosten en uitgaven, verbonden aan de behandeling van de zaak door de tuchtraad of door de tuchtraad van beroep, geen kosten zijn, zoals bedoeld in art. 460 Ger. W. Het betreft immers geen kosten die voor het onderzoek of voor het onderzoek ter terechtzitting werden gemaakt. Het betreft integendeel kosten die inherent zijn aan het onderzoek of de behandeling van de zaak door de tuchtraad of de tuchtraad van beroep (cf. Hof van Cassatie, eerste kamer, 20 maart 2015).
Lees ook deze beslissing
SLT-142: Beslissing 6 september 2016
Permanente vorming
Derdengelden / derdenrekening
Medewerking stafhouder / balie
Schulden
Baliebijdrage
Heropening debatten
SLT-142: Beslissing 22 november 2016
Permanente vorming
Derdengelden / derdenrekening
Medewerking stafhouder / balie
Schulden
Baliebijdrage
Schrapping