Ga verder naar de inhoud

TB-0134-2015: Beslissing 9 juni 2015

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Hoger beroep ongegrond
  • Leefloon
  • Onverenigbaarheid van het beroep van advocaat met de functie van bediende voor het OCMW
  • Rechten van verdediging
  • Niet afhalen post
  • Art. 437, 4° lid Ger. W.

De tuchtraad van beroep verwijst naar de nauwkeurige ontleding van de feiten die de raad van de orde in zijn beslissing heeft gemaakt. De tuchtraad van beroep verwijst ook naar de precieze weerlegging die de raad van de orde heeft gemaakt van de argumenten die de advocaat tot haar verdediging naar voor had gebracht.

De tuchtraad van beroep neemt deze ontleding en deze weerlegging tot de zijne.

Wat de gevoerde communicatie en de rechten van verdediging betreft

De advocaat stelt dat haar rechten van verdediging werden geschonden, aangezien zij vooral werd gehoord over haar financiële toestand, terwijl zij werd opgeroepen om te worden gehoord over de mogelijke onverenigbaarheid van haar tewerkstelling en haar beroep als advocaat.

De advocaat wordt niet verweten twee kantoren of vestigingen te hebben gehad zoals zij aanvoert in haar beroepsakte, maar wel dat zij heeft nagelaten om de stafhouder elke wijziging in haar kantooradres te melden. Voorts wordt zij geacht keuze te doen op haar (laatst gekende) kantooradres.

Inzoverre zij bepaalde brieven niet effectief heeft ontvangen is dit alleen aan de advocaat zelf toe te rekenen, zodat de tuchtraad van beroep niet aanvaardt dat haar rechten van verdediging hierdoor geschonden zijn.

Bovendien is een voorafgaande oproeping om te worden gehoord in zaken zoals in tucht niet in de procedure voorzien.

Overigens heeft de advocaat de mogelijkheid gehad om haar relaas te doen ter zitting van de raad van de orde en kon zij, zo zij zich niet voldoende voorbereid achtte, om een uitstel verzoeken, hetgeen niet is gebeurd.

Ten overvloede geldt dat de advocaat hoger beroep heeft aangetekend en daar opnieuw de mogelijkheid kreeg alle argumenten mondeling en/of schriftelijk te ontwikkelen.

Waar zij haar rechten van verdedigingen geschonden waant wanneer zij wordt gehoord over haar financiële situatie brengt zij – ook in graad van hoger beroep- geen nieuwe inhoudelijke argumenten aan en bevestigt zij alleen dat de schulden er inderdaad zijn, en zij zich voorneemt deze af te gaan betalen.

Het element met betrekking tot de financiële positie van de advocaat is overigens geen op zich staand gegeven in het debat over de mogelijke onverenigbaarheid van haar tewerkstelling met haar beroep als advocaat. De financiële situatie is slechts één van de parameters die moet toelaten om de wettelijke begrippen uit art. 437, 4° lid Ger. W. “onafhankelijkheid van de advocaat en de waardigheid van de balie” te toetsen aan de concrete situatie.

De tuchtraad van beroep is dan ook van oordeel dat de rechten van verdediging van de advocaat niet zijn geschonden.

Wat de (on)verenigbaarheid tussen de gedwongen tewerkstelling door het OCMW en het beroep van advocaat betreft

Art. 437 lid 4 Ger. W. voorziet in de regel in een onverenigbaarheid met alle bezoldigde betrekkingen of werkzaamheden, openbare of particuliere, tenzij ze noch de onafhankelijkheid van de advocaat, noch de waardigheid van de balie in gevaar brengen.

Het feit dat de advocaat als bediende volkomen onder gezag, leiding en toezicht werkt voor haar werkgever, dat de tewerkstelling bovendien gedwongen is in het kader van art. 60 § 7 van de organieke wet op OCMW’s, dat een OCMW regelmatig betrokken is in tal van rechtszaken en in tal van zaken contacten onderhoudt met advocaten en andere actoren van justitie, maakt dat de advocaat onmogelijk als onafhankelijk van haar werkgever kan worden beschouwd.

Bovendien is de advocaat bijzonder kwetsbaar en afhankelijk door haar zeer zwakke financiële positie.

De tuchtraad van beroep is van mening dat het advocatenberoep een hoofdberoep is en dient te blijven.

De beroepsuitoefening van een advocaat in het algemeen, en in het bijzonder wanneer deze alleen kantoor houdt, is – alleen al qua tijdsbesteding - onverenigbaar met dat van een voltijdse of bijna voltijdse betrekking in dienstverband.

De tewerkstelling vanuit het statuut waarin de advocaat leefloon genoot, (doch slechts in die mate dat eens ze voldoet aan de voorwaarden om volledige sociale uitkeringen te genieten de tewerkstelling stopt en zij dan wordt doorverwezen als uitkeringsgerechtigde), brengt gelet op het achterliggend statuut van leefloongerechtigde en door het gedwongen karakter van de tewerkstelling, de waardigheid van de balie onmiskenbaar in het gedrang.

De tuchtraad van beroep meent dat elk van voormelde elementen op zich, en bij voorbaat samen, leiden tot de onverenigbaarheid van de tewerkstelling van de advocaat met haar beroep, zodat de beslissing van de raad van de orde integraal wordt bevestigd.

De advocaat verklaart ter terechtzitting van de tuchtraad van beroep dat zij sedert de uitspraak van de raad van de orde van 10.02.2015 geen daden als advocaat meer stelde, zodat de weglating geldt vanaf 11.02.2015.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie Fiscaal recht

Hof van Justitie bevestigt bijzondere positie van beroepsgeheim advocaat

Het Europees Hof van Justitie heeft op 29 juli 2024 maar liefst vijf prejudiciële vragen van het Grondwettelijk Hof beantwoord in verband met de DAC6-richtlijn. Van belang voor de advocatuur is dat Hof onder meer verduidelijkte dat het beroepsgeheim van de advocaat een zeer specifieke bescherming geniet wegens diens bijzondere positie binnen de rechterlijke organisatie en diens fundamentele taak die bestaat uit juridische advisering en verdediging in rechte van cliënten.

Meer lezen
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen