Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Inbreuk reglement confraterniteit
- Niet tijdig en pas na tussenkomst stafhouder betalen van vervangingsvergoedingen
- Laattijdige betaling onbetwiste facturen
- Moeilijke financiële situatie
- Schorsing 8 dagen met uitstel 3 jaar
De advocaat laat gelden dat het bedrag van € 1.500 in een van de dossiers geen betrekking had op een vervangingsvergoeding doch wel de staat van ereloon en kosten betrof van een confrater die de belangen in een persoonlijk dossier had behartigd. Deze betichting dient dan ook als volgt te worden gelezen: Een bedrag van € 1.500, verschuldigd als staat van ereloon en kosten voor de tussenkomst van een persoonlijke raadsman, laattijdig, na dagvaarding, te hebben betaald.
M.b.t. een ander dossier (niet betaling onbetwiste factuur ondanks dagvaarding waarop verstek werd gelaten) laat de advocaat gelden dat deze factuur werd betaald vooraleer dagvaarding werd uitgebracht en dat dan ook geen verstek werd gemaakt. Deze betichting dient dan ook als volgt te worden gelezen: In het dossier … een onbetwiste factuur voor een bedrag van € 1.285,87 laattijdig te hebben betaald.
M.b.t. de andere betichtingen wordt geen betwisting gevoerd.
De tuchtraad van beroep stelt vast dat de advocaat niet minder dan 13 schulden onbetaald had gelaten. Deze houding is in strijd enerzijds, wat de niet-betaling van de vervangingsvergoeding betreft, met artikel 12 van het Reglement van de Orde van Vlaamse Balies d.d. 31 januari 2007 betreffende de aan de procedure verbonden regels van confraterniteit en anderzijds met de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid, en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen (art. 455 Ger. W.). Dit werd door de tuchtraad terecht vastgesteld.
Anderzijds stelt de tuchtraad van beroep vast dat de schulden relatieve bedragen betreffen en deze schulden inmiddels werden aangezuiverd.
De advocaat voert aan dat de schulden het uitsluitende gevolg zijn van omstandigheden, onafhankelijk van haar wil, die veroorzaakt werden door familiale omstandigheden die haar in een financieel moeilijke situatie hebben gebracht.
In deze omstandigheden is de tuchtraad van beroep van oordeel dat een straf met uitstel, zoals aangeduid in het beschikkend gedeelte van deze beslissing, een voldoende sanctie vormt voor de betichting, hierboven omschreven, en tevens een waarschuwing uitmaakt om een herhaling in de toekomst te vermijden.
Het hoger beroep is ontvankelijk en deels gegrond. De beslissing van de tuchtraad van Gent van 19 februari 2014, waar deze de betichtingen 1, 2 en 4 bewezen verklaart, wordt bevestigd. Voor het overige wordt deze beslissing hervormd.
Betichting 2 dienst als volgt gelezen:
Een bedrag van € 1.500, verschuldigd als staat van ereloon en kosten voor de tussenkomst van een persoonlijke raadsman, laattijdig, na dagvaarding, te hebben betaald.
Betichting 5 dient als volgt gelezen:
In het dossier … een onbetwiste factuur voor een bedrag van € 1.285,87 laattijdig te hebben betaald.
Deze betichtingen, zoals heromschreven, worden bewezen verklaard.
Er wordt een tuchtstraf van schorsing van 8 dagen opgelegd met uitstel voor een termijn van 3 jaar.