Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Niet beantwoorden briefwisseling stafhouder ondanks herinneringen
- Niet betalen vervallen facturen ondanks herhaalde ingebrekestelling
- Optreden tijdens schorsingsperiode
- Schorsing 6 maanden en schrapping (art. 460 lid 2 Ger. W.) bij verstekbeslissing
- Verzet
- Als op tegenspraak conform art. 462 Ger. W.
- Bevestiging bestreden verstekbeslissing
- Schrapping
- Hoger beroep ongegrond
- Verstek in beroep
- Bevestiging bestreden beslissing
- Schrapping
- Verzet tegen beslissing in beroep
- Verzetstermijn 15 dagen
- Art. 53bis Ger. W.
- Verzet laattijdig en niet toelaatbaar
- Beslissing als op tegenspraak gewezen
Art. 468 § 2 Ger. W. bepaalt dat het verzet van de advocaat tegen de bij verstek gewezen beslissingen van de tuchtraad van beroep in dezelfde vorm en binnen dezelfde termijn gebeurt als de akte van beroep. Het verzet wordt behandeld en berecht met inachtneming van de regels die in eerste aanleg zijn toegepast.
Het is de kennisgeving bij aangetekende brief door de secretaris van de tuchtraad (art. 461 § 2) die de verzetstermijn van 15 dagen doet lopen. Overeenkomstig art. 53bis, 2° Ger. W. wordt de termijn berekend vanaf de derde werkdag die volgt op die waarop de brief aan de postdiensten overhandigd werd. Indien de secretaris werkt met een aangetekende brief met ontvangstbewijs – hetgeen in casu het geval was – loopt de termijn van de eerste dag die volgt op deze waarop de brief aangeboden werd (op in casu het kantooradres van de betrokken advocaat, overeenkomstig art. 475 Ger. W.) (art. 53bis, 1° Ger. W.) (J. Stevens, Art. 462 in J. Stevens, e.a., Balie. Commentaar Boek III Ger. W., Mechelen, Kluwer, 2013, p. 322).
De beslissing van 13 mei 2014 werd op 15 mei 2014 door de advocaat ontvangen. Dit blijkt uit zijn handtekening op het bericht van ontvangst. De termijn om verzet aan te tekenen nam derhalve een aanvang op 16 mei 2014 om te eindigen op 30 mei 2014. De vervaldag, de zogenaamde dies ad quem, is immers in de termijn begrepen. De advocaat diende uiterlijk op vrijdag 30 mei 2014 verzet aan te tekenen. Hij deed dit slechts op maandag 2 juni 2014. Het verzet werd dus laattijdig ingesteld en is niet toelaatbaar.
Overeenkomstig art. 462 in fine Ger. W. geldt deze beslissing als op tegenspraak gewezen.
Lees ook deze beslissing
TAA/SA/0169/2013: Beslissing 29 oktober 2013
Medewerking stafhouder / balie
Schulden
Verder werken tijdens schorsing
Schrapping na schorsing
TAA/SA/0169/2013: Beslissing 28 januari 2014
Medewerking stafhouder / balie
Schulden
Verder werken tijdens schorsing
Schrapping
TB-0105-2014: Beslissing 13 mei 2014
Medewerking stafhouder / balie
Schulden
Verder werken tijdens schorsing
Schrapping