Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Inbreuk OVB-reglement permanente vorming
- Niet indienen punten
- Niet vertrouwd zijn met elektronische systeem als excuus
- Hoger beroep gegrond
- Opschorting gedurende 3 jaar
De advocaat riep voor de tuchtraad zijn onvoldoende kennis en ervaring met de elektronische verwerking van het puntensysteem in als verontschuldiging voor het niet indienen van punten.
De tuchtraad oordeelde: “Waar niet kan genegeerd worden dat mr. X zich niet conform het van toepassing zijnde reglement heeft gedragen, kan dit in casu niet beschouwd worden als een inbreuk op de regels van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid, zodat mr. X wordt vrij gesproken.”
De stafhouder stelde evenwel hoger beroep in tegen de vrijspraak. Volgens de stafhouder heeft de tuchtraad ten onrechte het miskennen van het reglement niet weerhouden als een inbreuk op de regels van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan de beroepsuitoefening van de advocaat ten grondslag liggen.
De advocaat gaf toe in graad van beroep dat hij inderdaad geen opleidingen heeft gevolgd in uiteenlopende juridische materies, maar benadrukt dat hij vooral actief is in een zeer beperkt segment, waarvoor weinig opleidingen worden georganiseerd. Hij wijst op het feit dat hij regelmatig lezingen geeft voor ouders en leden van sociale voorzieningen in de materies waarin hij permanent actief is, zijnde vooral beschermingsmaatregelen voor personen met een handicap, hervorming van het beschermingsstatuut, voorlopige bewindvoering en erfrecht bij onbekwamen. Hij betwist niet dat hij voor de jaren die werden opgegeven in de tenlastelegging, geen of onvoldoende punten heeft bekomen die werden erkend door de OVB en hij vraagt in ondergeschikte orde, voor zover de tuchtraad van beroep de tenlastelegging bewezen zou verklaren, de opschorting.
Conform het OVB-reglement permanente vorming kan samengevat worden gesteld dat een advocaat kan deelnemen aan een opleidingsactiviteit, hetzij als deelnemer of als lesgever, waarbij erkenning werd aangevraagd door de inrichter van deze activiteit. Anderzijds kan een advocaat zelf toekenning van punten aanvragen voor een activiteit die hij heeft gevolgd, wanneer deze niet voorafgaand werd erkend door de bevoegde commissie van de OVB, omdat er nog geen aanvraag was ingediend. In casu heeft de advocaat niet voldaan aan de verplichtingen opgelegd in het reglement inzake permanente vorming. De door hem gegeven uiteenzettingen beantwoorden niet aan de vereisten die worden gesteld in artikel 3 van het reglement om te worden erkend als een activiteit waarvoor de lesgever punten kan bekomen. Ondanks de belofte aan de stafhouder om de nodige aanvragen in te dienen bij de OVB, heeft hij dit op geen enkel ogenblik gedaan. Dit belet niet dat hij zowel als lesgever als bij het volgen van opleidingen wel actief is geweest in het segment waar hij zich hoofdzakelijk mee bezig houdt.
Voor de tuchtraad van beroep staat vast dat het reglement inzake permanente vorming werd geschonden. De bepalingen van het reglement zijn zeer duidelijk en niet vatbaar voor interpretatie. Allicht is het ook de bedoeling geweest bij het opstellen van dit reglement om er voor te zorgen dat de advocaten een voldoende brede opleiding bleven volgen nopens de diverse gebieden van het juridisch landschap. De tenlastelegging is bewezen en, door zich niet te gedragen naar de bepalingen van het reglement inzake de permanente vorming, werden de regels van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid geschonden.
Het hoger beroep is gegrond, doch nu uit de stukken blijkt dat de advocaat zich bewust is van de problematiek en dat hij op korte termijn de toestand zal regulariseren, staat de tuchtraad van beroep de gunst van de opschorting toe gedurende een termijn van drie jaar.