Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Niet beschikken over kantoorruimte binnen gerechtelijk arrondissement 1 waar permanent bereikbaar voor cliënten, stafhouder e.a.
- Fictief kantooradres zonder toestemming van eigenaar van gebouw
- Doorzenden post naar adres in arrondissement 2
- Ook kantoor in arrondissement 2 zonder inschrijving aldaar op het tableau
- Inbreuk art. 4 OVB-reglement meerdere kantoren of vestigingen
- Niet betalen baliebijdragen en ontwijken andere verplichtingen in arrondissement 2
- Hoger beroep ongegrond
- Bevestigt bestreden beslissing
- Schorsing 3 weken
Een advocaat moet een kantoor hebben, d.w.z. een plaats met de nodige infrastructuur waar hij bereikbaar is. Dit kantoor kan gevestigd zijn op een plaats waar ook anderen een uitbating hebben, op voorwaarde dat het advocatenkantoor duidelijk van de andere uitbatingen afgescheiden is. Indien om bepaalde redenen, in het bijzonder een te groot aantal deelnemers, een bespreking niet kan plaatsvinden in het eigen kantoor, dan kan tijdelijk een andere ruimte worden gehuurd, waarbij erover wordt gewaakt dat de omstandigheden waarin de vergadering plaatsvindt en de aard van de locatie waarin de bespreking wordt gehouden beantwoorden aan de eerbaarheid van de advocatuur. Het gebruik (via tijdelijke huur op uurbasis) van een ruimte in een gebouw, beantwoordt niet aan de vereiste van bereikbaarheid van het kantoor van een advocaat. Bovendien is uit het onderzoek gebleken dat de verhuurder van de ruimte, geen kennis heeft van huur van de betrokken ruimte door de advocaat, terwijl ook geen enkel bewijs wordt aangebracht van de huur door hem van deze ruimte.
Een advocaat kan niet voorhouden dat hij kantoor houdt op een adres waar hij over geen gebruiksrechten beschikt, geen infrastructuur heeft, geen cliënten of post ontvangt en zelfs nooit is geweest, en omgekeerd stelt dat hij geen kantoor houdt in de lokalen waar hij wel een huurovereenkomst voor heeft, waar hij wel cliënten ontvangt, waar de briefwisseling toekomt en waar er (weliswaar minimaal) kantoormeubilair aanwezig is. Deze handelwijze komt er op neer dat de advocaat niet werkelijk over een kantoor beschikte in het gerechtelijk arrondissement waar hij op het tableau was ingeschreven. Er kan niet ernstig worden voorgehouden dat dit enige waarborg biedt voor een behoorlijke beroepsuitoefening in de zin van art. 455 Ger. W.
Het hoger beroep is ongegrond. De beslissing van de tuchtraad van Gent van 13 november 2013 wordt bevestigd. Terecht werd als tuchtsanctie een schorsing van drie weken opgelegd.