Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Samenstelling tuchtraad
- Bewarende versus tuchtrechtelijke maatregelen
- Lid raad van de Orde geen onverenigbaarheid met lid tuchtraad
- Ontelbare feiten
- Structureel gedrag
- Onaanvaardbaar gedragspatroon
- Gebrek aan schuldinzicht
- Niet beantwoorden briefwisseling stafhouder en confraters/opvolger
- Slechte dienstverlening in BJB-dossiers
- Zonder machtiging herhaaldelijk ereloon vragen aan BJB-cliënteel
- Niet betalen baliebijdragen
- Onder zich houden van gelden toehorende aan cliënt
- Niet overmaken dossiers aan opvolger
- Niet bereikbaar zijn voor voorzitter rechtbank van koophandel en cliënten
- Bij herhaling niet verschijnen op diverse zittingen
- Deels vrijspraak
- Schrapping
Procedureel - samenstelling tuchtraad
De maatregelen en o.m. het verbod om een gerechtsgebouw te betreden, aangeduid in art. 473 Ger. W., zijn bewarende en geen tuchtrechtelijke maatregelen. De stafhouder neemt de maatregelen wanneer te vrezen is dat wegens de feiten, die aan een advocaat ten laste worden gelegd, zijn latere beroepswerkzaamheid nadeel kan toebrengen aan derden of aan de eer van de Orde. De stafhouder handelt daarbij uit voorzichtigheid. Hij beoordeelt de feiten niet.
Indien de stafhouder aan een advocaat verbod oplegt om een gerechtsgebouw te betreden dan geldt dit verbod gedurende ten hoogste 3 maanden. Op verzoek van de stafhouder kan dit verbod door de Raad van de Orde worden verlengd. Ook de Raad van de Orde beoordeelt daarbij de feiten, die aan een advocaat ten laste worden gelegd, niet.
Daarom vormt het feit dat een advocaat die lid is van de raad van de Orde en die beslist over een verlenging van het verbod om een gerechtsgebouw te betreden, geen onverenigbaarheid met het lidmaatschap van dezelfde advocaat aan de tuchtraad die later de beoordeling van de feiten moet maken.
Procedureel - motiveringsplicht
De motiveringsplicht door de tuchtraad werd niet geschonden omdat de tuchtraad de ‘stukken en pleidooien’ niet heeft weerlegd. Enerzijds diende de tuchtraad, bij gebreke aan het neerleggen van conclusies, niet te antwoorden op mondeling aangevoerde middelen. Anderzijds werd de beslissing waar nodig en mogelijk wel degelijk voldoende gemotiveerd.
Ten gronde
Ondanks het feit dat de advocaat veel van de feiten betwist, oordeelt de tuchtraad van beroep dat de meeste feiten bewezen zijn en blijven. Enkele feiten acht de tuchtraad van beroep niet bewezen en leiden tot een vrijspraak.
Met betrekking tot de bewezen gebleven feiten verwijst de tuchtraad van beroep naar de overwegingen die werden gemaakt door de tuchtraad van Antwerpen en maakt deze overwegingen tot de zijne.
De advocaat heeft in de periode maart 2012 - juli 2013 een bijzonder groot aantal tuchtrechtelijke inbreuken begaan. Dit alleen reeds verantwoordt een zeer zware bestraffing. Bovendien heeft hij bij het tot stand komen en de samenstelling van de tuchtdossiers, wat meerdere maanden in beslag heeft genomen en waarbij meermaals om een reactie van hem werd gevraagd, blijk gegeven van manifeste onverbeterlijkheid door zich in de dossiers zelf niet in regel te stellen en integendeel bij herhaling dezelfde en andere nieuwe feiten te blijven plegen. De advocaat is onbetrouwbaar en heeft het vertrouwen van de rechtzoekenden (en dan meestal nog van de zwaksten onder hen), van de rechtbanken en van de balie herhaaldelijk beschaamd. Zijn handelswijze belemmert de goede werking van de rechtsbedeling en van de balie en beschadigt het imago van de advocatuur. De zich steeds weer herhalende laakbare feiten zijn structureel en vormen een vaste handelswijze waaraan hij geen einde kan en wil stellen. Door de ontkenning van de feiten heeft men het raden naar de oorzaak van dit onaanvaardbaar gedragspatroon. Het ontbreekt de advocaat ook aan elke vorm van schuldinzicht. De feiten die niet kunnen worden ontkend, worden ten onrechte geminimaliseerd zodat er naar de toekomst toe geen enkele garantie bestaat dat hij zich zal beteren. Hoewel er geen voorgaande tuchtrechtelijke veroordelingen gekend zijn, zijn de hier behandelde en de bewezen gebleven feiten zo vergaand en talrijk dat om voormelde redenen de schrapping behouden dient te blijven. De omstandigheid dat hij in graad van beroep vrijgesproken wordt met betrekking tot enkele feiten, doet niets af aan de ernst van de feiten die de tuchtraad van beroep wel bewezen acht, waardoor de tuchtstraf van schrapping zich opdringt.
De tuchtraad van beroep spreekt hem vrij voor enkele tenlasteleggingen, voegt bepaalde tenlasteleggingen samen doch verklaart het hoger beroep voor het overige ongegrond en bevestigt de beslissing van de tuchtraad van Antwerpen waar tegen hem de tuchtstraf van de schrapping van het tableau van de orde van advocaten werd uitgesproken.
Lees ook deze beslissing
TAA/SA/0124/2012 en TAA/SA/0137/2013: Beslissing 26 maart 2013
Medewerking stafhouder / balie
Misbruik BJB systeem
Baliebijdrage
Schrapping
TAA/SA/0124/2012; TAA/SA/0137/2013; TAA/SA/0142/2013; TAA/SA/0170/2013 en TAA/SA/0171/2013: Beslissing 29 oktober 2013
Misbruik BJB systeem
Medewerking stafhouder / balie
Baliebijdrage
Gedeeltelijke vrijspraak
Schrapping