Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Misbruik BJB systeem
- Vrijspraak
De vraag is of de betalingen die de advocaat heeft ontvangen, betrekking hadden op het oorspronkelijk dossier waarvoor hij werd geraadpleegd door de cliënt en waarvoor hij een pro-deo dossier heeft ingegeven en vergoeding heeft bekomen.
De advocaat heeft van de cliënt betalingen ontvangen. Dat wordt niet betwist. Wel wordt betwist dat hij betaling heeft gevraagd in het kader van het BJB-dossier. Het feit dat de advocaat betaling zou hebben ontvangen voor bijkomende dossiers, impliceert niet automatisch dat de cliënt niet in aanmerking kwam voor bijstand door een pro-deo advocaat. Het feit dat twee bijkomende dossiers werden aanvaard voor deze cliënt waarbij deze wel ereloon zou betalen, sluit niet uit dat het eerste dossier werd behandeld in het kader van het pro-deo systeem.
Het overzicht van de feiten en de opgegeven data laten niet toe met zekerheid te stellen dat de betaling betrekking zou hebben op het dossier waarvoor hij werd aangesteld via het BJB-systeem. Ook de merkwaardige houding die de advocaat op bepaalde ogenblikken heeft aangenomen m.b.t. de ontvangen betalingen, laat niet toe om zonder enige twijfel tot het besluit te komen dat hij in een BJB dossier ereloon zou hebben gevraagd.
Er kan dus niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de weerhouden inbreuk, meer bepaald zich een vergoeding te laten betalen in een BJB-dossier met volledige kosteloosheid, is bewezen. Dit geldt evenmin voor een gebeurlijke inbreuk op de bepalingen van artikel 508/9 § 2 Ger. W., welk artikel precies dergelijke handelingen verbiedt en welk artikel aan een advocaat die werd aangesteld door het BJB verbiedt "om zich rechtstreeks tot de rechthebbende te richten met het oog op betaling van honoraria en kosten".
De tuchtraad van beroep verklaart dan ook het beroep gegrond en doet de beslissing van de tuchtraad voor advocaten van de Ordes van het rechtsgebied van het hof van beroep te Antwerpen dd. 27 juni 2013 teniet en opnieuw rechtdoende, spreekt de advocaat vrij.