Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Cliënt in ongewisse
- Niet (tijdig) doorstorten derdengelden
- Persoonlijk aanwenden derdengelden
- Derdenrekening
- Persoonlijke rekening
- Tuchtvordering
- Strafvordering
- Art. 417 Ger. W.
- Schorsing 6 maanden waarvan 4 maanden met uitstel gedurende drie jaar
Art. 417 Ger. W. bepaalt dat de tuchtvordering los staat van de strafvordering en van de burgerlijke rechtsvordering. Hoewel de tuchtrechter gebonden is door wat de strafrechter zeker en noodzakelijk heeft beslist, volgt hieruit niet dat de tuchtvordering dient te worden opgeschort tot wanneer de strafrechter uitspraak heeft gedaan. Statueren over een tuchtvordering zonder de beslissing van de strafrechter af te wachten miskent niet het algemeen rechtsbeginsel van het gezag van gewijsde in strafzaken.
De advocaat heeft gedurende ongeveer twee jaar, zonder zijn cliënte hiervan in te lichten, gelden, bestemd voor deze cliënte, ontvangen en deze op een zgn. wachtrekening geplaatst i.p.v. op de derdenrekening. Deze gelden heeft hij voor persoonlijke doeleinden aangewend en slechts terugbetaald nadat klacht was neergelegd.
Hij heeft gehandeld in strijd met de fundamentele regels van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid, die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen, en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen (art. 455 Ger. W.).
De cliënt mag erop vertrouwen dat wanneer zijn raadsman gelden ontvangt die voor hem (de cliënt) bestemd zijn, deze gelden ontvangen worden op de derdenrekening, hij hiervan onmiddellijk wordt verwittigd, en de gelden ook onmiddellijk aan hem worden doorgestort. De cliënt mag erop vertrouwen dat zijn raadsman handelt én naar de geest én naar de letter van het regelement van de Orde van Vlaamse Balies d.d. 11 december 2002 op de verhandeling van derdengelden (waarbij het regelement van de nationale orde d.d. 19 januari 1989 werd hernomen, thans het reglement van de Orde van Vlaamse Balies d.d. 21 november 2012).
De cliënt mag erop vertrouwen dat de advocaat geen misbruik maakt van de gelden die aan hem werden toevertrouwd, maar die niet voor hem bestemd zijn. Dit vertrouwen is essentieel in de relatie tussen de cliënt en de advocaat. De cliënt moet er dan ook zeker van kunnen zijn dat de overheid van de orde nauwgezet toezicht houdt op de reglementering ter zake, en kordaat optreedt tegen iedere inbreuk.
Elke inbreuk schaadt immers het beeld van de advocatuur in haar geheel. Een strenge sanctie dringt zich dan ook op. Anderzijds houdt de tuchtraad van beroep rekening met de tot op heden onberispelijke staat van dienst van de advocaat. Bovendien heeft hij ingezien dat hij onjuist gehandeld heeft en heeft hij zijn vroegere cliënt schadeloos gesteld. Hij vormt bovendien het voorwerp van een strafrechtelijke vervolging.
De tuchtraad van beroep legt als tuchtsanctie een schorsing op van zes maanden, waarvan vier maanden met uitstel voor een termijn van drie jaar.