Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
TAA/SA/0095/2012: beslissing 29 mei 2012
- Baliebijdragen
- Financiële problemen
- Tuchtverleden
- Ongewijzigd gedragspatroon
- Hervorming bestreden beslissing
- Eén jaar schorsing waarvan 9 maanden met uitstel voor 5 jaar
De betaling van de baliebijdrage is een fundamenteel onderdeel van de beroepsverplichtingen en het is onaanvaardbaar om betalende confraters te laten opdraaien voor de financiële verplichtingen van de Orde en/of deze door hen te laten voorschieten. Herhaalde en gedurende jaren aangehouden laattijdige betalingen vormen dus een onbetwistbare deontologische inbreuk. Een advocaat die niet in staat is zijn financiële verplichtingen na te komen, brengt de waardigheid van het beroep in het gedrang, zeker ook gezien in het kader van de onafhankelijkheid van de advocaat. Daaraan wordt geen afbreuk gedaan door betalingen die nog aan de vooravond van en blijkbaar zelfs op de dag van de zitting van de tuchtraad worden gedaan om te kunnen beweren dat men uiteindelijk toch aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
Waar de tuchtraad haar beslissing heeft laten meebepalen door het meer dan 10 jaar ontwikkeld – en deontologisch onaanvaardbaar - gedragspatroon in hoofde van de advocaat, wijst de tuchtraad in beroep er wel op dat de advocaat nu enkel vervolgd wordt voor het niet betalen van de baliebijdrage voor de jaren 2009, 2010 en 2011, voor een totaalbedrag van 3.750 euro, en de ermee samenhangende inbreuk op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen. De tuchtraad van beroep meent dan ook dat enkel met deze tenlasteleggingen moet rekening worden gehouden, wat zijn weerspiegeling dient te vinden in de bepaling van de strafmaat: de tuchtraad van beroep hervormt de bestreden beslissing en veroordeelt de advocaat tot een sanctie van één jaar schorsing, waarvan 3 maanden effectief en 9 maanden met uitstel, gedurende een periode van 5 jaar.