Ga verder naar de inhoud
  • Paleisverbod
  • Afwerving cliënten
  • Confraterniteit
  • Respect t.a.v. stafhouder
  • Bevoegdheid stafhouder
  • Art. 473 Ger. W.
  • Art. 3 EVRM
  • Art. 6 EVRM
  • Reglement publiciteit
  • Hoger beroep ongegrond

Artikel 3 EVRM geldt ook voor straffen die worden uitgesproken tijdens een tuchtonderzoek en evenzeer t.a.v. de bewarende maatregelen die de stafhouder preventief neemt. Art. 3 EVRM houdt een verbod in om mensen aan folteringen en onmenselijke of vernederende handelingen of straffen te onderwerpen. De door de stafhouder opgelegde en in de tijd beperkte bewarende maatregelen zijn onvoldoende streng om de graad van ernst te bereiken, vereist door dat artikel. Bovendien zijn die maatregelen niet arbitrair maar gesteund op welomschreven feiten en gegevens en beogen ze preventief de eer en de waardigheid van de balie, de rechten van de rechtzoekenden die bijstand vragen van een advocaat, de relatie cliënt/advocaat en de samenwerking tussen de advocatuur en de rechterlijke macht te beschermen en de advocaat tegen zijn eigen als ondoordacht en niet deontologisch geacht optreden. De door de stafhouder opgelegde maatregelen zijn in evenwicht met en evenredig aan de daartoe aangevoerde feiten en gegevens. Er is geen schending van artikel 3 EVRM.

De door de stafhouder aan de advocaat opgelegde bewarende maatregelen zijn ingevolge het hoger beroep van de advocaat binnen een redelijke termijn aan het oordeel van deze Tuchtraad van Beroep voor Advocaten voorgelegd in een eerlijke en openbare behandeling op tegenspraak ter zitting, waar de advocaat ongehinderd zijn verdediging heeft waargenomen, zijn middelen heeft doen gelden en zijn conclusie heeft neergelegd. Deze Tuchtraad van Beroep is een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie die door de wet is ingesteld om o.m. in hoger beroep te oordelen over het verbod aan de advocaat het gerechtsgebouw te betreden. Art. 6.1 EVRM werd dus niet geschonden.

De stafhouder en de tuchtraad van beroep spreken zich niet uit over de tuchtvervolging en de schuld of onschuld, maar beoordelen enkel of de voorzichtigheid waarvan artikel 473 Ger. W. spreekt, het verbod om een rechtbank en een gevangenisinstelling te betreden in hoofde van de advocaat rechtvaardigt. Het wordt niet aangetoond dat de stafhouder kennis heeft kunnen nemen van relevante feiten of gegevens door bewijsstukken die geheel of deels op een onrechtmatige wijze of door een misdrijf zouden zijn verkregen.

De stafhouder is bevoegd om bewarende maatregelen te nemen ten overstaan van de advocaten van zijn arrondissement wanneer hij meent dat de activiteit van één van zijn confraters de eer van de Orde zou kunnen schenden of schade zou kunnen berokkenen aan derden. Tevergeefs doet de advocaat gelden dat de stafhouder slechts een ordemaatregel kan nemen nadat eerst in het kader van een bestaand tuchtonderzoek de feiten die de ordemaatregel schragen ten laste werden gelegd. Geen enkele wettelijke bepaling stelt die vereiste.

De stafhouder is geen onderzoeksrechter en een strafrechtelijk onderzoek heeft andere regels dan deze die het optreden van de stafhouder als hoofd van de Orde regelen en die tot het gerechtelijk privaatrecht behoren.

Artikel 444 Ger. W. dient samen gelezen te worden met artikel 473 Ger. W. waaruit volgt dat de vrije ambtsuitoefening door de advocaat kan worden onderworpen aan de in die laatste wetsbepaling omschreven maatregelen, wanneer de voorzichtigheid dit eist ter vrijwaring van de eer van de Orde of de belangen van derden.

Het principe van de vrije ambtsuitoefening kan worden beperkt door de beginselen die even belangrijk zijn en die als doel hebben om de eer van de Orde van advocaten op te houden en de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen, te handhaven.

Het OVB-Reglement inzake publiciteit van 4 juni 2003, dat op deze zaak van toepassing is stelt in artikel 3 dat het de advocaat niet toegestaan is in een lopende zaak bewust of onuitgenodigd cliënteel dat door een ander advocaat wordt bijgestaan door publiciteit af te werven of dat te pogen. Het is de advocaat niet toegestaan publiciteit te voeren door een gepersonaliseerd dienstenaanbod voor een bepaalde zaak of een dossier, zonder daartoe te zijn uitgenodigd.

De feitelijke elementen die de advocaat aanvoert ter rechtvaardiging van zijn tussenkomsten in bepaalde dossiers zijn niet bewezen en worden tegengesproken door de bepaalde gegevens in de betrokken dossiers. De advocaat beweert wel, maar toont niet aan, dat zijn oproepen naar cliënten van zijn confraters gerechtvaardigd waren doordat hij op een regelmatige wijze daartoe was gesolliciteerd door derden, laat staan dat hij zijn tussenkomsten onmiddellijk heeft beëindigd nadat hij vernam dat die confraters reeds door die cliënten gemandateerd waren en zijn tussenkomst niet gewenst was.

Het geheel van de overgelegde dossiers leveren prima facie zwaarwichtige, bepaalde, vaststaande en overeenstemmende vermoedens op die doen aannemen dat de advocaat systematisch cliënten afwerft en blijft afwerven in lopende zaken, dat hij ongepast en in strijd met de confraterniteit een wig drijft tussen zijn confraters en hun cliënten en de relatie cliënt/advocaat destabiliseert en dat hij onuitgenodigd en zelfs tegen hun wil gedetineerden voor een gesprek laat oproepen om hen als cliënt in hun zaak te werven. Dit brengt de eer van de balie, het vertrouwen van cliënten en de magistratuur in de goede werking van de balie en de belangen van de rechtszoekende ernstig in gevaar. Bovendien is de wijze waarop de advocaat daarover met zijn confraters en met de stafhouder communiceert in de regel ongepast en beledigend, in strijd met de deontologie van de advocaat en met het respect dat hij als advocaat aan de Orde en haar stafhouder verschuldigd is. Hetzelfde ondeontologisch en respectloos omgaan met confraters en meerdere stafhouders blijkt uit het dossier DG 306 en gaat de grenzen van wat geoorloofd is in een rechtmatige behartiging van zijn belangen en in een dispuut daarover ver te boven en is een advocaat onwaardig.

Aangezien herhaalde verwittigingen hem er blijkbaar niet van weerhouden zijn afwervingspraktijken verder te zetten en een gebrek aan confraterniteit en respect voor de eer en de waardigheid van de Orde te blijven vertonen rijzen ernstige vragen omtrent het vermogen van de advocaat om als advocaat naar behoren te functioneren en noopt de voorzichtigheid waarvan sprake in artikel 473 Ger. W. ertoe de door de stafhouder aan de advocaat opgelegde ordemaatregelen te handhaven.

Er is dan ook geen rechtsgrondslag om de vorderingen van de advocaat tot nietigverklaring wegens strijdigheid met de artikelen 3 en 6 EVRM, met het Gerechtelijk Wetboek en met de openbare orde, en ondergeschikt tot opheffing van de bestreden ordemaatregelen van de stafhouder, in te willigen.

Het beroep tegen het paleisverbod gedurende drie maanden is ontvankelijk doch ongegrond.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen