TAG-155: Beslissing 16 maart 2011
- Optreden tijdens schorsing
- Aanvang schorsing
- Goede trouw
- Interpretatie wet
- Vrijspraak
De wettelijke regeling kan leiden tot interpretatiemoeilijkheden omtrent de precieze datum waarop een schorsing een aanvang neemt.
Een advocaat aan wie nooit werd meegedeeld wanneer zijn schorsing een aanvang nam en die onmiddellijk zijn beroepsactiviteiten heeft stopgezet zodra de secretaris van de raad van de Orde hem wees op het feit dat zijn schorsing reeds was ingegaan, is te goeder trouw.
De tuchtraad van beroep spreekt dan ook de vrijspraak uit voor het verderzetten van de beroepswerkzaamheden tijdens de schorsing nu de advocaat niet kon weten dat zijn schorsing reeds een aanvang had genomen.
Het feit dat de advocaat zelf geen inlichtingen heeft ingewonnen bij de stafhouder om er te informeren naar de aanvang van zijn schorsing kan niet worden beschouwd als een inbreuk op de eer van de Orde en op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen.