Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Confraterniteit
- Schorsing met uitstel
- Bevoegdheid / onbevoegdheid
De advocaat krijgt een schorsing van acht dagen met uitstel voor een periode van 3 jaar opgelegd wegens inbreuk op het tweede lid van art.105 van de Codex Deontologie voor Advocaten.
De advocaat in kwestie werd verweten bij de behandeling van een zaak voor het hof van beroep te Gent
- enerzijds de raadsman van de tegenpartij niet op de hoogte te hebben gebracht van de datum van de zitting en van zijn intentie om de zaak in elk geval te behandelen (artikel 105 tweede lid Codex Deontologie) en
- anderzijds de zaak te hebben laten behandelen zonder al het mogelijke te doen om de raadsman van de tegenpartij (of diens vervanger) te bereiken (artikel 105 eerste lid Codex Deontologie)
Dezelfde inbeuken waren in feite reeds begaan bij de behandeling van de zaak in eerste aanleg. Daarvoor ontving de advocaat een formele vermaning van zijn stafhouder. De tuchtraad verklaart zich nu onbevoegd om daar nog over te oordelen omdat er al een sanctie was opgelegd.
De advocaat wordt vrijgesproken voor de inbreuk op art 105 eerste lid Codex Deontologie bij de behandeling van de zaak in graad van beroep, omdat er twijfel heerst over de vraag of (de vervanger van) de advocaat niet alles zou gedaan hebben om de tegenstrever te bereiken. Voor de inbreuk op artikel 105 tweede lid Codex Deontologie wordt de advocaat wel veroordeeld. Het argument van de advocaat, nl. dat in casu geen sprake was van een verrassing of verschalking, is volgens de tuchtraad niet relevant.
Bij de bepaling van de sanctie is rekening gehouden met de aard van de feiten en het tuchtrechtelijk verleden.