Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Derdengelden/derdenrekening
- Medewerking stafhouder / balie
- Vrijspraak
Tuchtraad onderzoekt de vraag of de advocaat in kwestie een tuchtrechtelijke inbreuk heeft begaan door een som geld, die hij op zijn derdenrekening ontving, niet aan zijn mandante te hebben doorgestort of te hebben gerubriceerd.
Advocaat voert ter zijner verdediging aan dat hij minstens in de periode van 1995 tot 2015 ingevolge de steeds verder gaande digitalisering van ons beroep en de administratieve opvolging van een advocatenkantoor, eigenlijk onvoldoende in staat is geweest om de opvolging van zijn dossiers op boekhoudkundig en administratief vlak zelf op te volgen.
Het blijkt dat advocaat de integrale administratie van het kantoor, inclusief opening, klassering en versturing briefwisseling, archivering, financieel beheer, opmaken ereloonstaten, de boekhouding en de fiscaliteit van het kantoor volledig toevertrouwde aan zijn echtgenote die zelf zaakvoerder was van een boekhoudkantoor, die haar prestaties namens dat kantoor ook maandelijks aan de advocaat factureerde.
Los van de juridische consequenties van de concrete wijze van organisatie van zijn kantoor, dient vastgesteld dat die manier van werken in het verleden klaarblijkelijk nooit enig probleem heeft opgeleverd ten bewijze de meer dan 40 jaar lange en vlekkeloze carrière waarop de advocaat kan bogen.
De tuchtraad is dan ook van oordeel dat het in casu niet bewezen is dat de advocaat kennis heeft gehad van de ontvangst van het kwestieuze bedrag op zijn derdenrekening, noch van de onmiddellijke doorstorting daarvan op zijn kantoorrekening. Nog minder is bewezen dat er in hoofde van de advocaat ooit enige intentie zou zijn geweest om die derdengelden frauduleus af te wenden.
De tuchtraad is dan ook van oordeel dat wat er zich in casu heeft afgespeeld niet als een tuchtrechtelijk vergrijp in zijnen hoofde dient te worden weerhouden nu advocaat pas na daarover door een andere advocaat te zijn gecontacteerd en na een doorgedreven onderzoek in zijn archief tot het besef is gekomen wat er in casu niet door hem persoonlijk maar door zijn kantoor (lees : zijn echtgenote/boekhoudster) is gebeurd.
De advocaat wordt door de tuchtraad vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten.