Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Absolute disfunctie als advocaat
- Onwaardig gedrag
- Schrapping
De advocaat houdt zijn cliënt bedrieglijk voor een procedure tot invordering van schadevergoeding te zijn opgestart en een gunstige beslissing te hebben bekomen, en houdt deze client vervolgens eveneens bedrieglijk voor dat het dossier in handen is van de gerechtsdeurwaarder met het oog op de gedwongen uitvoering, terwijl de zaak blijkt weggelaten van de rol en er helemaal geen vonnis is bekomen.
De tegen de cliënt afgelegde leugenachtige verklaringen zijn een advocaat volstrekt onwaardig en getuigen van een absoluut disfunctioneren als advocaat.
De advocaat is dus bewezen tekortgeschoten in de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en die een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen, doordat hij:
- leugenachtige verklaringen aflegde ten opzichte van zijn cliënt;
- zich onwaardig heeft gedragen als advocaat en niet diligent handelde;
- nalatig was bij de behandeling van zijn dossier en de belangen van zijn cliënt heeft verwaarloosd;
- gebrekkige communicatie heeft gevoerd met zijn cliënt; en aldus
- absoluut disfunctioneerde als advocaat.
De tuchtraad legt aan de voormalige advocaat de tuchtsanctie van de schrapping op.