Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Medewerking stafhouder / balie
- Derdengelden / derdenrekening
- Confraterniteit
- Schorsing met uitstel
Advocaat krijgt een tuchtsanctie voor volgende bewezen tenlasteleggingen:
- Het herhaaldelijk niet-beantwoorden van de briefwisseling van de stafhouder
- Het herhaaldelijk niet-beantwoorden van de briefwisseling van een confrater
- Het niet rapporteren van de stand van de derdenrekening
- Het niet overmaken van procedurestukken aan een andere confrater
- Nalatigheden bij bewindvoering
Bovenstaande elementen vormen een inbreuk op art. 1, art. 97 en art. 136 van de Codex.
Deze feiten worden hem ten laste gelegd als een inbreuk op de eer van de Orde van Advocaten en op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen.
Uit de stukken blijkt dat de aan de advocaat ten laste gelegde feiten alle bewezen zijn.
De tuchtraad oordeelt dat de gepleegde deontologische inbreuken en hun repetitief karakter ernstig zijn en het vertrouwen in de advocatuur hebben geschaad zodat een sanctionering gerechtvaardigd voorkomt.
Verder stelt de tuchtraad vast dat de advocaat zich na deze periode van onaangepast deontologisch handelen heeft herpakt, en zijn gedraging geen belangenschade aan de rechtsonderhorige burgers heeft veroorzaakt.
Gelet op de aard van de gepleegde feiten en het repetitief karakter van de inbreuken acht de tuchtraad een schorsing van acht dagen gepast met uitstel voor de duur van drie jaren, met dien verstande dat de uitvoering van de tuchtsanctie wordt uitgesteld gedurende een periode van drie jaar nadat huidige beslissing in kracht van gewijsde is gegaan, op voorwaarde dat betrokkene binnen deze termijn geen nieuwe inbreuken op de deontologie voor advocaten pleegt.