Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Overige
- Vrijspraak
Advocaat wordt verweten tegenover zijn wederpartij in een dossier ”een hoogst polemische, persoonlijk aantijgende tot lasterlijke houding te hebben aangenomen én op excessieve wijze (procedure-)middelen te hebben aangewend (strafklacht, burgerlijke partijstelling, burgerlijke dagvaarding voor hetzelfde voorwerp, eenzijdig verzoekschrift).”
De tuchtraad is het met de verdediging eens dat de vervolging feitelijke grondslag mist en de daarop geënte tuchtvervolging ongegrond is.
Vooreerst dient opgemerkt dat de aantijgingen niet “lasterlijk” waren vermits ze niet alleen bleken uit een door de cliënte van de advocaat opgenomen audio opname waarin de betrokken ex-partner één en ander uitdrukkelijk had toegegeven, maar tevens uit een door het Parket gevoerd strafonderzoek.
Bovendien worden er terzake aan de advocaat proceshandelingen toegeschreven die hij niet zelf heeft gesteld: Zo werd er door de advocaat géén strafklacht neergelegd, noch klacht met burgerlijke partijstelling.
Bovendien stelt zich de vraag waaruit het excessief karakter van deze of gene door de advocaat aangewende proceduremiddelen zou hebben bestaan of zou kunnen blijken.
Anderzijds blijkt de advocaat te zijn opgevolgd, waarna het strafrechtelijke luik door de opvolgende advocaat werd gepleit zonder vraag tot uitstel, en zonder wijziging aan de inhoud van de door concludente voorbereide conclusies en het door hem neergelegde stukkenbundel.
Gezien geen enkele van de weerhouden tenlasteleggingen bewezen is, spreekt de tuchtraad de advocaat vrij.