Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Onwaardig gedrag
- Eerbied magistratuur / overheid
- Vrijspraak
Advocaat wordt ten laste gelegd dat hij 1) zich onwaardig zou hebben gedragen t.a.v. een deskundige door een taalgebruik te hanteren dat een advocaat onwaardig is; en 2) op systematische wijze middels het neerleggen van verzoekschriften tot wraking en/of vervanging van de deskundige een behoorlijke en serene rechtsgang zou hebben belemmerd en cliënten nutteloos op kosten zou hebben gejaagd.
De tuchtraad is het echter met de verdediging eens dat de vervolging feitelijke grondslag mist en de daarop geënte tuchtvervolging ongegrond is.
Nergens in de vervolging wordt verduidelijkt welk concreet door de advocaat gehanteerd taalgebruik een advocaat onwaardig zou zijn geweest, noch waarop de aanname is gesteund dat de advocaat door zijn vraag tot wraking van de deskundige de serene rechtsgang zou hebben belemmerd.
Bovendien is er van enige “systematiek” geen sprake vermits het gaat over slechts twee zaken met een interval van 3 jaar.
De tuchtraad verklaart de tenlasteleggingen niet bewezen en spreekt de advocaat vrij.