Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Onafhankelijkheid
- Opschorting
Advocaat is tekort geschoten in de beginselen van waardigheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en die een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen doordat hij gehandeld heeft in strijd met de deontologische verplichtingen zoals opgenomen in de Codex Deontologie voor Advocaten en meer specifiek in strijd met art. 2,4 en 11 Codex:
- Doordat hij de vereiste absolute onafhankelijkheid heeft geschonden door zijn persoonlijke belangen te vermengen met de belangen van zijn cliënte door het toestaan van een lening van € 50 000 via zijn patrimoniumvennootschap aan de vennootschap van zijn cliënte;
Het persoonlijk toestaan van een lening aan een cliënt dan wel via de omweg van zijn patrimoniumvennootschap komt deontologisch op hetzelfde neer.
Het toestaan van leningen aan cliënten is onverenigbaar met de vereiste vrijheid en onafhankelijkheid die de advocaat ten opzichte van zijn cliënt moet betrachten.
- Doordat hij dubieuze facturatie-en betalingspraktijen heeft gehanteerd omdat hij zijn prestaties pro forma factureerde om ze na het faillissement van zijn debiteur te corrigeren in functie van het dividend dat u toekwam.
De advocaat heeft voor zijn facturatie gebruik gemaakt van de techniek van de pro-forma factuur, en heeft uitdrukkelijk vermeld “onderhavige factuur is een pro-forma factuur. Na betaling ervan ontvangt u van mij een factuur voor voldaan die u kan aanwenden in uw boekhouding”.
De tuchtraad is van oordeel dat deze handelswijze niet zonder meer als een dubieuze facturatie – en betalingspraktijk kan worden aanzien, het is uiteindelijk aan de BTW controlediensten om te oordelen, geval per geval, wat de consequentie van deze handelswijze is in het kader van de vigerende BTW wetgeving.
De tuchtraad acht deze tenlastelegging dan ook niet bewezen en spreekt de advocaat hiervoor vrij.
De tuchtraad houdt rekening met het blanco tuchtrechtelijk verleden van de advocaat en dat hij niet uit winstbejag heeft gehandeld zodat hem de gunst van de opschorting van de uitspraak kan worden verleend.