Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Permanente vorming
- Medewerking stafhouder / balie
- Gedeeltelijke vrijspraak
- Opschorting
Advocaat schiet tekort aan zijn verplichtingen inzake permanente vorming. Hij behaalt over verschillende gerechtelijke jaren niet voldoende vormingspunten.
Verder wordt hij ook beticht van het niet beantwoorden van de briefwisseling van de stafhouder en het niet naleven van de batonnale injunctie van de stafhouder.
De tuchtraad verklaart deze twee ten laste gelegde feiten, in tegenstelling tot de tekortkomingen inzake permanente vorming, niet bewezen.
Immers, de advocaat heeft een zwijgrecht in disciplinaire zaken. Dit recht houdt in dat de betrokken advocaat niet kan worden gedwongen om zelf informatie te geven aan de overheid. Het gebruik van dwang om die informatie te verkrijgen is dus niet geoorloofd. Het al dan niet beantwoorden door de advocaat tegen wie een tuchtonderzoek is geopend, op een brief van de stafhouder, kan op zich geen aanleiding geven tot een (bijkomende) tuchtvordering, aldus de tuchtraad.
De (batonnale) injunctie op zijn beurt kan als een eenzijdige bestuurlijke rechtshandeling worden omschreven. Of het niet-nakomen hiervan, op zich reeds een tuchtrechtelijke inbreuk uitmaakt, is omstreden.
Los hiervan, stelt de tuchtraad vast dat de inhoud van het schrijven van de stafhouder weliswaar een vraag tot inlichtingen inhoudt, doch geen batonnale injunctie betreft.
De tuchtraad houdt rekening met de moeilijke persoonlijke omstandigheden waarmede de advocaat geconfronteerd werd in de voorbije jaren en met zijn blanco tuchtrechtelijk verleden.
De tuchtraad gaat er van uit dat de advocaat in de toekomst stipt zijn deontologisch verplichting tot het volgen van permanente vorming zal naleven, zodat hem de gunst van de opschorting van de uitspraak kan worden verleend.