Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Nalatigheid bij behandeling dossier / verwaarlozing belangen cliënt
- Vrijspraak
Advocaat laat in een procedure voor de Arbeidsrechtbank na binnen de voorziene termijn een conclusie neer te leggen waardoor deze conclusie door de Rechtbank uit de debatten werd geweerd. Cliënt dient klacht in tegen hem. Advocaat geeft toe dat het één en het ander is fout gelopen in de procedure voor de Arbeidsrechtbank, waardoor zijn conclusie laattijdig werd neergelegd.
Het behoort niet aan de tuchtraad om te oordelen of de advocaat een ‘beroepsfout’ heeft gemaakt dewelke schade heeft veroorzaakt.
Zelfs in deze hypothese, gaat niet elke beroepsfout gepaard met een deontologische fout. De beroepsfout, die een burgerlijke fout daarstelt, geeft slechts aanleiding tot constatering van een deontologische fout, indien ze een fundamenteel in gebreke blijven aan het licht brengt van de beroepsbeoefenaar ten overstaan van de finaliteiten van het beroep. Fouten zijn onvermijdelijk in de uitoefening van het beroep en dus is ook niet elke fout tuchtrechtelijk verwijtbaar.
Verder wordt het verwijtbaar karakter daarenboven mee bepaald door de wijze waarop de advocaat met de fout omgaat.
In casu volgt uit de uiteenzetting van zijn raadsman ter zitting en in de neergelegde conclusie en stukken, dat de advocaat in voormelde procedure voor de Arbeidsrechtbank het één en het ander heeft recht gezet door een omstandige pleitnota neer te leggen.
Bijkomend rekening houdend met het onberispelijk tuchtrechtelijk verleden van de advocaat, acht de tuchtraad de feiten niet tuchtrechtelijk sanctioneerbaar en dus niet bewezen.
Verder stelde zich de vraag of de advocaat zonder mandaat van zijn cliënte is blijven optreden als haar raadsman in de beroepsprocedure voor het Arbeidshof te Gent. In weerwil van wat de klaagster (en haar huidige raadsman) voorhouden, kan uit het door de verdediging voorgelegde stukkenbundel zonder meer worden afgeleid dat de advocaat – weliswaar ‘achter de schermen’ – verder in de beroepsprocedure is opgetreden, mét medeweten van klaagster.
Het tweede feit acht de tuchtraad dan ook niet bewezen.
De tuchtraad verklaart de ten laste gelegde feiten niet bewezen en spreekt de advocaat vrij van de hem ten laste gelegde betichtingen.