Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Negeren batonnale beslissing
- Inbreuk reglement confraterniteit
- Niet (tijdig) beantwoorden briefwisseling stafhouder
- Gebrek aan ervaring
- Berisping
Advocaat is tekortgeschoten in de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en die een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen, door:
- Op de zitting van de vrederechter geen gevolg te hebben gegeven aan de batonnale beslissing het dossier van een cliënt uit te stellen;
- Hierdoor een confrater te hebben misleid in zijn rechtmatige verwachting dat zij wel degelijk de batonnale beslissing zou respecteren (artikel 97, alinea 2 Codex Deontologie);
- In strijd met artikel 105, eerste alinea Codex Deontologie geen enkele inspanning te hebben verricht om de confrater te bereiken alvorens de zaak, indien nodig, in zijn afwezigheid te laten behandelen;
- Met miskenning van artikel 105, tweede alinea Codex Deontologie een zaak in afwezigheid van deze confrater te hebben behandeld zonder hem vooraf schriftelijk op de hoogte te hebben gebracht van de intentie om de zaak in elk geval te behandelen;
- Aangetekende brieven van de stafhouder niet te hebben beantwoord;
- Geen enkel gevolg te hebben gegeven aan de batonnale injuncties van de stafhouder zoals opgenomen in de briefwisseling om zich aan te melden in zijn kabinet op de aangegeven momenten, noch zich op enige wijze te hebben verontschuldigd voor haar afwezigheid
Al deze tenlasteleggingen zijn door de tuchtraad als bewezen verklaard. Voor de volgende tenlasteleggingen wordt de advocaat echter vrijgesproken:
- In strijd met artikel 5 Codex Deontologie te zijn opgetreden voor cliënten die een duidelijk te onderscheiden en zelfs tegengesteld belang hebben;
- In strijd met artikel 4 Codex Deontologie de belangen van haar cliënt niet zo goed mogelijk te hebben behartigd en die niet boven de belangen van derden te hebben gesteld;
- Het voeren van misleidende publiciteit door zich op de website “bewindvoerder.vlaanderen” voor te stellen als bewindvoerder.
De tuchtraad stelt immers vast dat het onderzoek naar deze feiten quasi louter gebaseerd is op de verklaringen van de bewindvoerder en derhalve niet à charge en à décharge werd gevoerd. Er ligt geen enkel afdoend bewijs voor dat de advocaat de belangen van haar cliënte niet zo goed mogelijk zou hebben behartigd, zelfs niet dat er effectief tegenstrijdige belangen aanwezig waren. En ook van het feit dat de door haar gevoerde publiciteit misleidend zou zijn geweest ligt geen bewijs voor.
De niet beantwoording van de briefwisseling van de stafhouder, waaronder zelfs brieven per aangetekende zending, het niet respecteren van een batonnale injunctie waarvan minstens geacht kon worden daarvan kennis te hebben kunnen nemen en het nemen van verstek tegen een confrater die om een uitstel verzocht zonder hem voorafgaandelijk nog te proberen contacteren, zeker in een zaak die tegen die confrater persoonlijk (als bewindvoerder) was gericht, maken wel degelijk zeer ernstige inbreuken uit op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en die een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen.
Die inbreuken rechtvaardigen derhalve wel degelijk een ernstige bestraffing.
Anderzijds kan wel rekening worden gehouden met het gebrek aan ervaring in hoofde van de advocaat die pas sinds een jaar opgenomen werd op het tableau na een voorafgaandelijke loopbaan als jurist.
Om die reden is de tuchtraad van oordeel dat voor de hogervermelde bewezen verklaarde inbreuken passend een berisping dient te worden opgelegd.