Ga verder naar de inhoud

TAG-621: Beslissing 21 april 2021

Merve Köse

Jurist deontologie
Merve Köse

Deel dit artikel

  • Kiesheid en rechtschapenheid
  • Belangen van de cliënt
  • Berisping

Aan de advocaat wordt verweten de rechtbank te hebben aangeschreven met een persoonlijke visie op een dossier hetgeen wordt beschouwd als een schending van de principes van kiesheid en rechtschapenheid, waarbij er sprake was van de schending van het beroepsgeheim en het verschaffen van informatie die de belangen van de cliënt kunnen schaden.

Daags voor de behandeling werd meer bepaald aan de rechtbank meegedeeld dat de advocaat zich “moreel niet in staat” achtte om het verzoek van haar cliënt te ondersteunen en dat de zaak “eigenlijk problematisch verdedigbaar is”.

Voormelde kennisgeving aan de rechtbank was bedoeld om een uitstel te bekomen zodanig dat haar cliënt een nieuwe raadsman kon consulteren.

Hoewel de advocaat strikt genomen geen inhoudelijke informatie meedeelt over de reden waarom de zaak voor haar “problematisch verdedigbaar” was, en evenmin vertrouwelijke informatie die zij van haar cliënt vernomen had prijsgeeft aan de rechtbank, wekt de mail van de advocaat aan de Familierechtbank naar het oordeel van de tuchtraad de perceptie dat zij over bepaalde achterliggende – nadelige - informatie beschikte waardoor de zaak in strijd was met haar “morele principes” als raadsman.

Het risico op schending van de belangen van haar toenmalige cliënt was dus zeker niet onbestaande.

De advocaat diende zich in de voorliggende casus te beperken aan de Familierechtbank te melden dat zij niet langer tussenkwam als raadsman van de betrokkene, zonder verdere uitleg.

Indien de advocaat van oordeel was dat zij niet langer kon optreden, diende zij dit ook tijdig aan de cliënt te melden, zodat betrokkene de nodige schikkingen kon nemen om in haar vervanging te voorzien: het vormt een onderdeel van een behoorlijke beroepsuitoefening dat dergelijke beslissingen tijdig aan de cliënt worden medegedeeld.

Vermits de advocaat had uitgemaakt dat zij niet langer zou optreden, had zij uiteraard ook geen mandaat meer om nog een uitstel te vragen aan de rechtbank.

Door tot daags voor de zitting te wachten haar beslissing kenbaar te maken en te pogen deze laattijdigheid in te dekken door per mail met de geciteerde potentieel schadeverwekkende inhoud alsnog te proberen een uitstel te bekomen, handelde de advocaat hoe goed haar bedoelingen mogelijks ook waren, in strijd met de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen.

Rekening houdend met de aard van de bewezen verklaarde feiten en de naar zeggen van de advocaat goede bedoelingen bij het aanschrijven van de rechtbank wordt een berisping als tuchtsanctie opgelegd.

Analyse en commentaar

De tuchtraad oordeelde dat er sprake was van een gedrag van de advocaat in strijd met de algemene beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid. De schending van de belangen van de cliënt door de advocaat werd daarbij bewezen verklaard.

De uitlatingen van de advocaat in hoofde van de behandelende rechtbank kunnen inderdaad op zijn minst worden gekwalificeerd als zijnde schadelijk voor de (gewezen) cliënt en dienen in geen geval de belangen van betrokken cliënt.

Uit de bewoordingen van de beslissing van de tuchtraad blijkt dat niet verder wordt ingegaan op de inbreuk van de schending van het beroepsgeheim, maar dat hoofdzakelijk wordt verwezen naar het niet naar behoren behartigen van de belangen van de cliënt. De tuchtraad lijkt de aanvankelijke tenlasteleggingen te verfijnen door te beklemtonen dat de advocaat in de fout ging door te verzaken aan de plicht om de cliënt naar behoren te informeren over het feit dat deze niet langer wenste op te treden. De cliënt was daardoor niet in de mogelijkheid om tijdig te voorzien in een vervanger, laat staan om deze opvolgende confrater toe te laten een uitstel te vragen. Dergelijke handelswijze van de betrokken advocaat is laakbaar en kan bezwaarlijk als deontologisch aanvaardbaar worden bestempeld.

Een en ander lijkt minstens verband te houden met volgende deontologische bepalingen opgenomen in de Codex Deontologie voor Advocaten:

Art. 4 Met inachtneming van de wettelijke regels en de beroeps- en gedragsregels is de advocaat steeds verplicht de belangen van de cliënt zo goed mogelijk te behartigen en die boven zijn eigen belangen of die van derden te stellen.

In casu plaatste de advocaat de eigen belangen (m.n. de persoonlijke morele gemoedstoestand) duidelijk boven de belangen van de cliënt.

Art. 20 De advocaat is in alle omstandigheden gehouden tot kiesheid en handelt te allen tijde met de nodige discretie.

Een advocaat die aan de rechter meedeelt dat er sprake is van morele bezwaren en een problematisch verdedigbaar dossier handelt niet kies en is evenmin discreet.

Art. 97 Met inachtneming van de wet en de deontologische regels is de advocaat steeds verplicht de belangen van zijn cliënt zo goed mogelijk te behartigen en moet hij die zelfs boven zijn eigen belangen of die van andere advocaten stellen. (…) Om een eerlijke en behoorlijke rechtspleging te bevorderen, heeft de advocaat een plicht van loyaliteit en confraterniteit. De regels van confraterniteit bevorderen de vertrouwensrelatie tussen advocaten in het belang van de cliënt en strekken er tevens toe onnodige processen en elk gedrag dat de reputatie van het beroep kan schaden, te voorkomen.

De advocaat heeft niet alleen de eigen belangen boven deze van zijn cliënt laten primeren, maar heeft de cliënt tevens een nadeel berokkent die in het voordeel kan worden aangewend door de tegenpartij en/of tegenstrever. Bovendien wordt de potentiële vervanger en opvolgende advocaat in een moeilijk parket geplaatst nu er minstens een zweem van achterdocht ten aanzien van de cliënt werd gecreëerd in hoofde van de behandelende rechtbank. Dergelijk gedrag is niet alleen schadelijk voor de vertrouwensrelatie tussen de advocaat en zijn cliënt en voor de confraterniteit tussen de advocaat en zijn opvolger, maar schaadt tevens de reputatie van het beroep.

Kortom, er kunnen in de voorliggende casus meerdere deontologische inbreuken worden gekoppeld aan de schending van de belangen van de cliënt door betrokken advocaat.

Nog vragen? Onze specialisten ter zake

Ontdek alle medewerkers

Merve Köse

Jurist deontologie

Gerelateerd nieuws

Deze berichten verschenen recent:
Deontologie

Inzicht in nationale risicoanalyse witwaspreventie

De Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) heeft de nationale risicoanalyse over witwassen van geld, financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens samengevat voor alle entiteiten die onder de witwaspreventiewet vallen. Deze samenvatting is daarom ook van belang voor advocaten. Ze biedt u een goed inzicht in de actuele risico’s, waardoor u uw eigen risicoanalyses daarop kunt afstemmen.

Meer lezen
Deontologie Podcast

Podcast Ten Gronde: F*Q deontologie

In een boeiende aflevering van de podcast Ten Gronde, gemodereerd door bestuurder Jan Meerts, wordt de deontologie kritisch in vraag gesteld, met een focus op de veranderende landschappen van ethiek en praktijk. Mr. Eva Raepsaet, stafhouder Luk Delbrouck en vice-stafhouder Frank Judo betreden de arena om te debatteren over de ethiek en de grenzen van het beroep.

Deze podcast biedt een unieke kans om diepgaand inzicht te krijgen in de ethiek en de moderne ontwikkelingen van het beroep. Luister alsof u er zelf bij was!

Meer lezen
Deontologie Rechten van de mens

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens: een steun voor klokkenluiders

Recente wetten versterken de bescherming van klokkenluiders in Belgische privébedrijven en de federale publieke sector. Deze wetten, voortkomend uit een Europese richtlijn, bieden niet alleen bescherming maar ook diverse vormen van ondersteuning via het onafhankelijke Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM). Advocaten en advocatenkantoren die geïnteresseerd zijn in de verdediging van klokkenluiders worden opgeroepen om zich bij het FIRM te melden.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Nieuwjaarsgeschenk van het Grondwettelijk Hof

Het Grondwettelijk Hof heeft op 11 januari 2024 opnieuw het beroepsgeheim van de advocaat beschermd in een bevestiging van zijn eerdere DAC6-rechtspraak. Ditmaal handelen de arresten over de omzettingsregelgeving op federaal niveau en op het niveau van de Franstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Meer lezen
Deontologie

Individueel e-mailadres voortaan verplicht

Advocaten moeten vanaf nu bereikbaar zijn via een (individueel) e-mailadres. Dat besliste onze algemene vergadering.

Meer lezen
Deontologie

OVB waarschuwt voor platform 'starofservice.be'

Het platform “starofservice.be” beweert via het internet vragers en aanbieders van ‘diensten’ met elkaar in contact te brengen. Er is ernstige twijfel over het bonafide karakter ervan, zodat de OVB elke samenwerking afraadt. Samenwerking kan bovendien zware deontologische inbreuken opleveren.

Meer lezen
Tucht

Onrechtmatig verzet niet langer mogelijk in procedures zoals in tucht

Onze algemene vergadering keurde op 8 februari 2023 een wijzigingsreglement goed dat voortaan (onder meer) de mogelijkheid biedt aan de raad van de Orde om verzet in procedures zoals in tucht ongedaan te verklaren. Dat reglement trad recent in werking.

Meer lezen
Deontologie Fiscaal recht

Het Grondwettelijke Hof verdedigt opnieuw ons beroepsgeheim bij DAC6

Het Grondwettelijke Hof heeft vandaag opnieuw uitspraak gedaan met betrekking tot een Vlaams decreet dat de administratieve samenwerking op het gebied van belastingen regelt. Het Hof respecteert opnieuw het beroepsgeheim van ons beroep.

Meer lezen
Deontologie Witwaspreventie

OVB waarschuwt voor opleiding witwaspreventie door SwiftSkills

We vernamen dat SwiftSkills, een e-learning platform, advocaten via een misleidend e-mailbericht aanspoort om deel te nemen aan een opleiding over hun verplichtingen onder de wet van 18 september 2017 ‘tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten’ (WPW).

Meer lezen