Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Onwaardig gedrag
- Rijden in staat van strafbare alcoholintoxicatie
- Erkenning problematiek
- Schorsing van één maand
Advocaat maakt inbreuk op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep ten grondslag liggen door bij herhaling met het gerecht in aanraking te zijn gekomen wegens de absoluut verboden en absoluut gevaarlijke problematiek van rijden in staat van strafbare alcoholintoxicatie (en spijts verval), wat geleid heeft tot veroordelingen in graad van hoger beroep, terwijl er zich nogmaals vergelijkbare feiten hebben voorgedaan (waarvoor nog geen veroordeling).
Deze herhaling en de chronologie ervan doen vragen rijzen over het vermogen van de advocaat om zichzelf onder controle te houden, minstens in die zin dat hij als bestuurder niet langer zou deelnemen aan het verkeer in staat van strafbare alcoholintoxicatie of spijts verval, wat voor iedereen maar ook zeker voor een advocaat volstrekt onaanvaardbaar is.
Uit het PV van verhoor blijkt dat de advocaat de feitelijkheden die ten grondslag liggen aan de vonnissen niet betwist en evenmin betwist dat het hier ging om herhaling van eerdere en ook eerder reeds strafrechtelijk gesanctioneerde feiten.
Dat de advocaat dus bij herhaling met het gerecht in aanraking is gekomen en veroordeeld werd wegens het rijden in staat van strafbare alcoholintoxicatie.
Dat dit voor eenieder en dus zeker voor een advocaat onaanvaardbaar gedrag is.
Dat dergelijk gedrag hem ten opzichte van de rechtbanken waar hij ook beroepshalve moet verschijnen in een slecht daglicht stelt en in het algemeen de goede naam en faam van de advocatuur in het gedrang brengt.
De ten laste gelegde feiten zijn dan ook bewezen en zijn ernstig.
Wat de graad van de tuchtsanctie betreft houdt de tuchtraad enerzijds rekening met de aard en ernst van de feiten maar beperkt zij anderzijds de schorsing rekening houdend met het gegeven dat de advocaat de problematiek waarmee hij kampt erkent en medische hulp zoekt.
De tuchtraad legt de advocaat een effectieve schorsing op van één maand.