Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Ongegrond verzet
- Niet diligent handelen
- Schorsing van twee maanden
Advocaat gaat in verzet tegen een effectieve schorsing van twee maand, hem opgelegd voor de volgende tegen hem bewezen verklaarde tenlasteleggingen:
Advocaat is tekortgeschoten in de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en die een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen, doordat hij onder het mom van een niet betaalde provisie zich ten aanzien van zijn cliënten zonder instructies verklaarde, enkel een conclusie neerlegde tot verderzetting van het geding en, na negatief uitgevallen arrest, onder het mom dat hij er kennis van kreeg en ondanks het feit zijn tegenstrever hem een afrekening had gestuurd, de zaken gewoon op hun beloop liet en aldus het arrest liet ten uitvoer leggen.
De tuchtraad stelt aldus vast dat de advocaat geen betwisting (meer) voert nopens de feiten zelf, maar zijn verweer beperkt tot het vragen van een mildere toepassing van het tuchtrecht.
Uit het voorliggende dossier blijkt afdoende dat de advocaat schromelijk tekort geschoten is in de behartiging van de belangen van zijn cliënten.
Deze feiten worden op heden niet langer betwist en zijn aldus bewezen gebleven.
In zijn beslissing op verstek hield de tuchtraad enerzijds rekening met de aard en de ernst van de feiten en anderzijds met de tuchtrechtelijke voorgeschiedenis van de advocaat.
Noch de beweerde belangeloze inzet voor de balie, noch de psychische moeilijkheden ten gevolge van een echtscheiding kunnen, mede gelet op de tuchtrechtelijke voorgeschiedenis, als verzachtende omstandigheden, laat staan als verschoningsgrond in aanmerking worden genomen.
De tuchtraad ziet dan ook geen enkele reden om de bij verstek opgelegde schorsing van twee maand te milderen zodat het verzet dient te worden afgewezen als ongegrond.