Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Media
- Publiciteit
- Punten permanente vorming
- Deels opschorting
- Deels vrijspraak
De advocaat dient zich te verantwoorden voor :
- Publieke verklaringen in de media (nieuwsuitzending VTM en navolgende radio-vermeldingen en in geschreven pers) waarbij de indruk wordt gewekt dat betrokkene een fout in de (wegverkeers)wet heeft ontdekt en hij daardoor een succes behaalt voor de rechtbank, daarbij de indruk gevende dat de rechtbank en het parket onwetende waren van deze fout in de wet en het succes zijn verdienste is, terwijl deze fout in de wet ambtshalve werd opgeworpen door de politierechter voor het pleidooi van de betrokken advocaat;
- Het voeren van publiciteit hieromtrent op de website, de persoonlijke FB pagina en de kantoor FB pagina;
- Geen gevolg geven aan het verzoek van de stafhouder om alle verwijzingen m.b.t. deze zaak te verwijderen van de website, FB pagina e.d.;
- Het niet halen van de nodige punten permanente vorming met name een tekort van 8 punten per eind september 2017.
Het enige knelpunt situeert zich bij het gebruik van de zinsnede “...de rechter heeft mij moeten volgen.”; hetgeen door de advocaat werd gezegd in het nieuws op VTM en hetgeen later letterlijk werd overgenomen door Focus-WTV, door Radio 2 West-Vlaanderen en in de geschreven pers.
De tuchtraad is van oordeel dat deze uitleg van de advocaat aan de door hem uitgesproken zinsnede tot dubbelzinnige interpretatie aanleiding kan geven, bedoeld of onbedoeld, maar in elk geval onvoorzichtig is geweest.
Ter zitting van de tuchtraad heeft de advocaat dit ook erkend stellend dat hij eerder ‘ambitieus en gulzig’ is geweest, zonder ooit de bedoeling te hebben gehad wie dan ook bewust te misleiden.
Uit het geheel van de voorliggende documenten blijkt duidelijk dat de advocaat lange tijd gebruik heeft gemaakt van de dubbelzinnigheid van zijn verklaringen, in het voordeel van de gewilde of ongewilde publiciteit, als degene die als enige het licht heeft gezien en er zijn cliënten voordeel mee heeft bezorgd.
Dit blijkt meer dan voldoende uit het feit dat geen gevolg werd gegeven aan de eis van de stafhouder om alle vermeldingen in verband met deze dubbelzinnigheid te verwijderen waar mogelijk.
De tuchtraad is dan ook van oordeel dat de advocaat niet heeft voldaan aan de terechte,dringende en repetitieve eis van zijn stafhouder om de duidelijke gevolgen van dit misverstand uit de wereld te helpen; integendeel heeft hij daar onaanvaardbaar lang mee getalmd, en daardoor onaanvaardbaar lang het voordeel van deze dubbelzinnigheid genoten.
De advocaat wordt aangewreven een tekort van acht punten op de permanente vorming te hebben verzameld per eind september 2017.
Dit feit op zichzelf is bewezen.
De advocaat haalt echter aan dat de stafhouder hem de kans heeft gegeven om dit achteraf in te halen, binnen het bestek van het volgende gerechtelijk jaar, en dat hij eraan ook heeft voldaan, waardoor hij aan de voorwaarden heeft voldaan en voor dit feit niet meer kan worden aangesproken.
Uit de neergelegde documenten blijkt deze uitleg met de waarheid overeen te stemmen.
De tuchtraad is van oordeel dat, voor de samengevoegde feiten 1 tot en met 3, deze ten genoege van rechte zijn bewezen, en dat aan de advocaat de opschorting van de uitspraak kan worden toegekend.
Voor het feit 4 is de tuchtraad van oordeel dat de advocaat dient te worden vrijgesproken.