Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Opmaak en aanwending van een vals stuk
- Misleiden van cliënt
- Attesteren van onjuiste gegevens aan derden
- Acht maanden schorsing
De advocaat dient zich te verantwoorden voor volgende inbreuken:
- Een vals stuk, minstens een gemanipuleerd stuk te hebben opgemaakt en overgemaakt aan zijn cliënt, met name een stuk op basis van hetwelk de cliënt kon geloven dat er een vonnis in zijn voordeel was uitgesproken terwijl dit niet het geval was.
- Brieven te hebben geschreven aan zijn cliënt in dewelke hij meedeelde dat er een vonnis was op basis waarvan hij een bedrag van 143.000 euro zou bekomen van de Belgische Staat.
- Een attest te hebben geschreven, bestemd voor bank X, waarin hij verklaart dat er een dwangsom van 1000 euro per dag wordt verbeurd ten voordele van zijn cliënt, terwijl dit niet het geval was en terwijl de advocaat wist dat zijn cliënt dit attest zou gebruiken om bank X te overtuigen om hem een lening toe te kennen.
De advocaat werd door cliënt geraadpleegd omdat deze van oordeel was dat hij ten onrechte niet opgenomen werd op de lijst van auto-experts.
De advocaat adviseerde om een procedure op te starten tegen de FOD Economie teneinde cliënt op de lijst te doen opnemen en dit onder verbeurte van een dwangsom en/of schadevergoeding voor de duur dat hij niet op de lijst zou opgenomen worden.
Op 19/08/2015 stuurt de advocaat een brief aan zijn cliënt met als inhoud:
“… Inliggend laat ik U copij geworden van het tussengekomen stuk van de Rechtbank van Eerste Aanleg …”
Als bijlage wordt een document gevoegd, waar bovenaan in grote letters geschreven staat “VEROORDELING”.
Op 08/09/2015 wordt ten verzoeke van de cliënt een dagvaarding uitgebracht tegen de Belgische Staat, FOD Economie, tegen de terechtzitting van 18/09/2015.
De inhoud van de dagvaarding is qua motivering identiek aan de inhoud van het “stuk” dat de advocaat op 19/08/2015 overmaakte aan cliënt.
Op 15/10/2015 wordt door de advocaat “per drager” een schrijven overgemaakt aan bank X met als inhoud:
“… Er is een dwangsom van 1000 euro per dag verbeurd verklaard vanaf 01/07/2015 tot in de opname op de lijst van auto-deskundigen. De eerste gelden worden dan ook deze maand verwacht, in zoverre de Belgische Staat geen andere blokkerende of vertragende procedure start. Deze verklaring wordt gemaakt op verzoek van cliënt. “
Er volgen meerdere brieven aan cliënt.
Uit het voorgaande blijkt dat de advocaat ontegensprekelijk de bedoeling had om zijn cliënt te laten geloven dat er een voor hem gunstige uitspraak/vonnis/veroordeling is en dat hij bij zijn cliënt de illusie bleef wekken dat er effectief een voor hem gunstige uitspraak was.
De inhoud van het attest dat aan bank X werd gericht spreekt voor zich.
Door het opstellen van valse stukken, het misleiden van zijn cliënt en het attesteren van onjuiste gegevens aan derden heeft de advocaat manifest gehandeld tegen de essentiële beginselen van rechtschapenheid en waardigheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen.
De advocaat heeft door zijn handelswijze, het vertrouwen dat eenieder mag hebben in de eerlijkheid en de eerbaarheid van advocaat zeer ernstig geschonden.
De advocaat heeft geen eerdere tuchtrechtelijke veroordelingen opgelopen.
De tuchtraad legt de advocaat de tuchtsanctie van acht maanden schorsing op.