Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Rechtstreekse contactname met tegenpartij
- Niet beantwoorden van briefwisseling van een confrater
- Herhaalde rechtstreekse contactname met tegenpartij
- Herhaald niet reageren op de briefwisseling van tegenstrever
- Redelijke termijn
- Ontslag van tuchtvervolging
Het tuchtonderzoek werd geopend op 14/10/2013, na klacht bij brief van 03/10/2013.
Per brief van 17/10/2013 liet de advocaat een aantal verweermiddelen gelden en bood hij zijn verontschuldigingen aan.
Er volgt briefwisseling met klager die eindigt met de brief van de advocaat van 3/12/2013 met zijn verzoek om gehoord te worden.
Daarna valt de behandeling van het tuchtonderzoek stil tot bij brief van de stafhouder van 21/03/2017, de huidige verslaggever wordt aangesteld met volheid van bevoegdheid.
Er volgt opnieuw briefwisseling, waarna op 17/05/2018, de onderzoeker zijn verslag aan de stafhouder overmaakt, waarop de stafhouder op 22/05/2018 het dossier overmaakt aan de voorzitter van de tuchtraad.
Naar het oordeel van de tuchtraad blijkt uit deze chronologie afdoende dat de redelijke termijn in tuchtzaken niet werd nageleefd.
De zeer spijtige oorzaak van het stilvallen van het onderzoek – de ziekte en het overlijden van de aangestelde onderzoeker – vermag geen afbreuk te doen aan het recht van de advocaat die het voorwerp uitmaakt van een tuchtonderzoek, om binnen een redelijke termijn het oordeel van de tuchtraad over de hem ten laste gelegde feiten te kennen.
De redelijke termijn betreft de termijn die redelijkerwijs vereist is om tot een behandeling en een uitspraak van de tuchtprocedure te komen. Hij dient niet het algemeen belang, maar het belang van de betrokken advocaat. Het zijn de overheid die de tuchtgerechten organiseert en deze gerechten zelf die instaan voor de goede werking van deze instanties, en die in voorkomend geval de lange duurtijd van een tuchtprocedure moeten rechtvaardigen.
De redelijkheid van de termijn dient daarbij in concreto te worden beoordeeld: de tuchtraad stelt vast dat reeds eind 2013 veel informatie aan het tuchtdossier was toegevoegd, waarna het onderzoek een volle drie jaar heeft stilgelegen, en waarna het nog meer dan een jaar heeft geduurd alvorens de zaak voor de tuchtraad werd opgeroepen.
Ontslag van tuchtvervolging dringt zich dan ook op.