Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Nalatigheid als gerechtelijke mandataris
- Strafrechtelijke feiten / veroordeling
- Schrapping
De tuchtraad legt de advocaat de tuchtsanctie van de schrapping op.
In zijn hoedanigheid van curator had de advocaat over een periode van circa 10 jaar bij het beheer van faillissementen o.a. zeer grote geldsommen afgewend. Navolgende akkoordvonnissen met betrekking tot de terugbetaling van gelden aan de schuldeisers worden door de advocaat aangevochten bij het hof van beroep. Ondertussen is ook een gerechtelijk onderzoek tegen de advocaat aan de gang. Het hof van beroep beslist de burgerlijke procedure te schorsen met toepassing van art. 4 V.T.Sv.
De tuchtvordering staat in beginsel los van de strafvordering en van de burgerlijke rechtsvordering, als algemene regel wordt aangenomen dat de strafvordering de tuchtvordering niet schorst. Een tuchtsanctie kan dus opgelegd worden voor feiten die op strafgebied nog niet beslecht zijn en zonder dat hierdoor het vermoeden van onschuld wordt miskend.
Initieel oordeelde de tuchtraad niettemin dat het in dit specifieke geval gepast was ook in de tuchtprocedure geen uitspraak te doen in afwachting van het arrest van het hof van beroep, minstens het resultaat van de strafprocedure.
Wanneer de zaak later terug vastgesteld staat, worden door de stafhouder extra stukken gevoegd.
Deze aanvullende stukken zijn naar oordeel van de tuchtraad voldoende om zich een goed beeld te vormen over de feiten die de advocaat ten laste worden gelegd.
Hoewel noch een in kracht van gewijsde gegaan arrest, noch een definitief resultaat van het strafonderzoek voorhanden is, wordt de schrapping opgelegd.
Tegen deze beslissing werd hoger beroep aangetekend:
TB-0293-2023: Beslissing van 26 september 2023
Derdengelden / derdenrekening
Nalatigheid als gerechtelijk mandataris
Strafrechtelijke feiten / veroordeling
Schrapping