Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Toelaatbaarheid tuchtvervolging
- Non bis in idem
- Beantwoorden briefwisseling stafhouder
- Niet (tijdig) doorstorten gelden
- Niet (tijdig) overmaken dossier aan opvolger
- Permanente vorming
- Afhaling gelden faillissementsrekening
- Tuchtverleden
- Persisterende houding
- Schrapping
- De kosten
Bij in kracht van gewijsde getreden beslissing van deze tuchtraad dd. 19/06/2013 werd de advocaat veroordeeld tot een tuchtrechtelijke schorsing van tien weken voor een tenlastelegging die zich (minstens grotendeels) vereenzelvigt met de tenlasteleggingen A/1 en A/9. Nu het algemeen rechtsbeginsel non bis in idem ook van toepassing is in het tuchtrecht, mag eenzelfde feit geen tweemaal of meer worden gesanctioneerd met sancties van dezelfde aard. Eenzelfde feit mag dus geen tweemaal tuchtrechtelijk gestraft worden. De vervolging voor de tenlasteleggingen A/1 en A/9 is dus niet toelaatbaar.
De tuchtvervolging voor de overige tenlasteleggingen is regelmatig ingesteld en is toelaatbaar. Alle overige tenlasteleggingen worden bewezen geacht.
Uit zowat alle bewezen geachte betichtingen blijkt dat de advocaat niet de minste moeite doet om zich te conformeren aan de regels die eigen zijn aan de beroepsuitoefening van de advocaat. In eerdere beslissingen van deze tuchtraad heeft de tuchtraad reeds een verregaande onverschilligheid vastgesteld in de houding van de advocaat tegenover de deontologische regels, die zich uit in het niet overmaken van dossiers aan opvolgende confraters, het op generlei wijze antwoorden op brieven van de stafhouder, het niet naleven van de ter zake geldende reglementen.
De bewezen geachte inbreuken zijn opnieuw het bewijs van een verregaande slordigheid in het naleven van de deontologische verplichtingen. De afwending van derdengelden in het verleden (waarvoor reeds een in kracht van gewijsde getreden tuchtsanctie werd uitgesproken) maakt dat de controle op de boekhouding van de advocaat door de stafhouder thans strikt noodzakelijk is. Het niet (accuraat) voeren van een boekhouding en het helemaal niet antwoorden op zeer gedetailleerde vragen van de stafhouder, leiden tot de feitelijke onmogelijkheid van de tuchtoverheid om deze boekhouding te controleren, wat uiteraard manifest onaanvaardbaar is. De tuchtraad heeft begrip voor de persoonlijke problemen van de advocaat maar kan niet ingaan op de vraag om hiermee, andermaal, rekening te houden bij de bestraffing. Er werd in het verleden reeds, bij herhaling, zowel door de stafhouder als middels twee in kracht van gewijsde getreden beslissingen van deze tuchtraad, gewezen op de volstrekte noodzakelijkheid van controle door de tuchtrechtelijke overheid op de werking van zijn kantoor, inzonderheid op zijn financiële verrichtingen. De persisterende houding van de advocaat om geen gevolg te geven aan de (talloze) herhaalde vragen van zijn stafhouder om inlichtingen, bewijzen dat het hem niet menens is om zich voortaan te schikken naar de regels die eigen zijn aan de beroepsuitoefening van de advocaat.
De houding van de advocaat maakt derhalve een zeer ernstige inbreuk uit op de waardigheid en de kiesheid, die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen, zodat alleen de zwaarste tuchtstraf (schrapping) van aard is om deze herhaalde en veelvuldige deontologische inbreuken te sanctioneren. Ook de kosten dienen ten laste gelegd te worden van de advocaat.
Beslissing
Lees ook deze beslissing
TB-0114-2014: Beslissing 18 november 2014
Medewerking stafhouder / balie
Derdengelden / derdenrekening
Opvolging
Permanente vorming
Schrapping
TB-0114-2014: Beslissing 19 mei 2015
Medewerking stafhouder / balie
Derdengelden / derdenrekening
Opvolging
Permanente vorming
Schrapping