Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Niet naleven verbod stafhouder
- Verbod optreden voor cliënt
- Tuchtverleden
- Lokale codex
- Schorsing 3 maanden en de kosten
De advocaat werd verbod opgelegd nog langer op te treden als raadsman van de cliënt. Bij beslissing van de Nederlandstalige tuchtraad van beroep voor advocaten werd als tuchtsanctie een schorsing opgelegd van één maand, met uitstel van deze sanctie gedurende drie jaar en dit voor o.a. de bewezen verklaarde tenlastelegging “de weigering gevolg te geven aan de instructie van de stafhouder waarbij verbod werd opgelegd om tussen te komen als raadsman van die cliënt”. Het gaat dus zeker niet om een verbod nog langer op te treden als raadsman van die cliënt in een welbepaalde procedure maar wel om een verbod nog langer op te treden als raadsman van die cliënt in de zin van een algeheel verbod om diens belangen verder te verdedigen. Er bestaat dus geen enkele twijfel over dat de advocaat sedert de beslissingen van de stafhouder zoals vermeld in de oproeping en in elk geval sedert het in kracht van gewijsde gaan van de beslissing van de Nederlandstalige tuchtraad van beroep voor advocaten weet - moest weten - dat zij niet langer mag optreden voor die cliënt.
De feiten zijn voldoende ernstig nu zij de beslissingen van de stafhouder naast zich heeft neergelegd en zij hierin bleef volharden, in weerwil zelfs van de tuchtsanctie, door zonder enige schroom verder de belangen van die cliënt te verdedigen. Deze handelswijze is een volharden in de boosheid en maakt een verzwaring uit van haar inbreuk op de regels van waardigheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen (art.455 Ger. W.) en artikelen van de lokale deontologische codex.
Een schorsing van drie maanden en een veroordeling tot de kosten van het onderzoek is een gepaste sanctie.