- Niet (tijdig) doorstorten derdengelden
- Misbruik van vertrouwen
- Niet beantwoorden briefwisseling stafhouder
- Niet ingaan op uitnodiging stafhouder
- Rechtschapenheid
- Schorsing 6 maanden waarvan 3 maanden met uitstel en de kosten
Een advocaat weet/ moet weten dat het absoluut verboden is fondsen van cliënten te vermengen met eigen fondsen, laat staan deze aan te wenden voor betalingen van persoonlijke schulden of als leefloon te gebruiken. Een advocaat moet derdengelden zo snel mogelijk aan zijn cliënt overmaken en niet pas na ruim 1,5 jaar en na herhaalde tussenkomsten van de pro-stafhouder.
De eer van de orde en de goede naam en faam van de advocatuur lijden ten zeerste onder dergelijk laakbaar gedrag en stellen de advocatuur in een slecht daglicht. De waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid zijn de beginselen die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen (art. 455 Ger. W.).
Het niet beantwoorden van de briefwisseling van de stafhouder is eveneens een inbreuk op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroeps uitoefening moeten waarborgen (art. 455 Ger. W.). Een dergelijke houding getuigt niet alleen van een gemis aan respect voor de stafhouder maar brengt de goede werking van de Orde, meer in het bijzonder haar controletaak op de naleving van de deontologische normen, ernstig in het gedrang en bemoeilijkt de taak van de stafhouder.
Een sanctie van 6 maanden schorsing waarvan 3 maanden met uitstel is een gepaste straf. Bovendien wordt de advocaat veroordeeld tot de kosten van het onderzoek.