Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Tegenstrijdige belangen
- Dreiging tegenstrijdige belangen
- Niet naleven bevel stafhouder
- Tuchtverleden
- Hervorming sanctie
- Berisping
Procedureel
Eén van de premissen voor de goede werking van een onafhankelijke advocatuur ligt in de bewaking van de naleving van de beroepsplichten en de wijze van de beroepsuitoefening door een eigen tuchtrechtelijke bevoegdheid. De wetgever heeft het ook niet nodig geacht om van het beroep van advocaat een wettelijke definitie op te stellen of te omschrijven wat het beroep inhoudt. De wetgever voorziet echter wel dat de beoefenaars van het beroep tuchtrechtelijk beteugeld kunnen worden bij inbreuken op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid die aan hun beroep ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen (artikel 456 Ger. Wb.). Disciplinaire beroepsregels berusten ook op de gewoonte en alles zit vervat in de omschrijving van het art. 455 Ger. W. en art. 456 Ger. W.
Ten gronde
De tuchtraad van beroep sluit zich aan bij de vaststelling zoals gedaan in de bestreden beslissing dat er onmiskennelijk en bij het instellen van de revindicatieprocedure een wezenlijke dreiging aanwezig was dat de tegenstrijdigheid van belangen kon ontstaan. Procedureel ging het noodzakelijk om tegenpartijen en de toestemming van de cliënten doet hieraan geen afbreuk. De onverenigbaarheden voor een advocaat treffen ook de andere advocaten van hetzelfde kantoor.
In het licht van de verscheidene brieven van de stafhouder waarin het bevel tot terugtrekking steeds herhaald wordt, mag gesteld worden dat de advocaat hieraan zeker niet onverwijld gevolg heeft gegeven.
De tuchtraad was van oordeel dat het voor deze strijdige belangenbehartiging niet gaat om een beoordelingsfout maar om een flagrante inbreuk op de regels van de deontologie. Tevens werd rekening gehouden met een tuchtrechtelijk verleden dat niet blanco is.
De tuchtraad van beroep wil ingaan op de vraag van de advocaat om rekening te houden met de omstandigheid dat deze tuchtrechtelijke veroordelingen dateren uit een ver verleden en hervormt de strafmaat tot een berisping.