- Klacht
- Art. 458 Ger. W.
- Ambtshalve onderzoek
- Niet beantwoorden briefwisseling confrater
- Niet beantwoorden briefwisseling stafhouder
- Opschorting uitspraak
Alhoewel de “advocaat-klager” werd verwittigd, stelt de tuchtraad vast dat hij deze hoedanigheid niet heeft, omdat hij zijn stafhouder slechts heeft verzocht om tussenkomst opdat zijn tegenpleiter “uiteindelijk tot betere inzichten zou kunnen worden gebracht”. Dergelijk verzoek om tussenkomst is geen klacht in de zin van art. 458. § 1. lid 1 Ger. W. De “advocaat-klager” werd ook niet op de hoogte gebracht van de instelling van het onderzoek zoals in art. 458. § 1. lid 2 Ger. W. voorgeschreven. Dit neemt niet weg dat het onderzoek regelmatig werd ingesteld, vermits de stafhouder dit conform art. 458. § 1. lid 1, in fine Ger. W. eveneens ambtshalve kan.
De feiten zijn bewezen en de advocaat erkent ter zitting de tuchtzaak enkel aan zichzelf te wijten te hebben. De advocaat heeft echter verzocht om de opschorting van de uitspraak. Gelet op de argumenten aangehaald door de advocaat en de aanvaarding van de excuses door de stafhouder, verder rekening houdend met het feit dat zijn tussenkomst inmiddels het beoogde doel heeft bereikt en met de aard van de bewezen feiten, is de tuchtraad ingegaan op dat verzoek tot opschorting, kosten inclusief.