- Rechtsgeldige oproeping
- Wettelijk domicilie conform rijksregister
- Weglating advocaat tableau
- Bevoegdheid tuchtraad
- Verwaarlozing verplichtingen als advocaat bij gerechtelijke mandaten
- Niet nakomen wettelijke verplichtingen als zaakvoerder
- Niet verantwoorden derdengelden
- Niet nakomen deontologische verplichtingen t.o.v. cliënten
- Niet betalen baliebijdragen
- Niet meewerken met voorlopige beheerders/vereffenaars
- Verstek
- Deels verjaring
- Schrapping
Procedure
De aangetekende oproepingsbrief was gericht aan het adres dat blijkens het rijksregister toen het wettelijk domicilie was van de advocaat. De advocaat werd dan ook rechtsgeldig opgeroepen (art. 475 Ger. W.), ook al is de brief teruggekomen met de vermelding “Ontvangt de briefwisseling niet meer op het aangeduide adres”.
De advocaat werd op eigen verzoek weggelaten van het tableau, doch alle feiten dateren van voor zijn weglating. Het instellen van het onderzoek ernaar werd hem ter kennis gebracht bij aangetekende brief binnen het jaar na de beslissing tot weglating van het tableau, zodat de tuchtraad conform art. 469, al. 1 Ger. W. bevoegd is om er uitspraak over te doen.
Ten gronde
Voor een aantal jaren wordt met betrekking tot het niet betalen van de baliebijdragen de verjaring vastgesteld.
De overige feiten en tenlasteleggingen zijn naar het oordeel van de tuchtraad voldoende bewezen. Deze feiten vormen bijzonder zware inbreuken op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid, die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen.
Gelet op de ernst van deze inbreuken is de tuchtraad van oordeel dat de zwaarste sanctie, schrapping, zich opdringt.