TAG-126: Beslissing 16 maart 2011
- Niet beantwoorden brieven stafhouder
- Inbreuk reglement permanente vorming
- Niet indienen van verslag
- Niet behalen van voldoende aantal punten
- Verstek
- Deels verjaring
- Waarschuwing
- Kosten
Met betrekking tot een aantal feiten is conform art. 474 Ger. W. de verjaring ingetreden nu met betrekking tot deze feiten het openen van het onderzoek pas ter kennis werd gebracht aan de advocaat meer dan 12 maanden na de kennisneming van deze feiten door de tuchtrechtelijke autoriteit die bevoegd is om die procedure op gang te brengen.
Het feit waarvoor naar het oordeel van de tuchtraad geen verjaring is ingetreden, betreft het niet beantwoorden van de brief van de stafhouder, en wordt bewezen geacht. Dit niet verjaard en voldoende bewezen feit vormt een inbreuk op de beginselen van waardigheid, rechtschapenheid en kiesheid, die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen. Gelet op de aard ervan, en mede gelet op de voor het overige onberispelijke staat van dienst van de advocaat, oordeelt de tuchtraad dat een waarschuwing volstaat als sanctie. Tevens dient de advocaat de gemaakte kosten te vergoeden.