TB-017-2009: Beslissing 29 juni 2009
- Derdengelden
- Aanwenden derdengelden
- Gerechtelijk mandaat
- Schuldbemiddelaar
- Voorlopig bewindvoerder
- Schrapping en kosten
De beginselen van waardigheid en rechtschapenheid die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen, worden op een manifeste wijze geschonden door in twintig dossiers, waarin men aangesteld was hetzij als schuldbemiddelaar, hetzij als voorlopig bewindvoerder, ruim 180 000 euro voor eigen doeleinden aan te wenden gedurende een periode van drie jaar.
De rechtschapenheid is een sleutelbegrip in de regels van de advocatuur en is het steunpunt van het vertrouwen dat het optreden van de advocaat vergezelt, zowel van de kant van zijn cliënten, als van de kant van rechtbanken, openbaar ministerie, administraties en derden. De houding van deze advocaat is des te meer laakbaar nu door de handelswijze mensen die reeds financiële problemen hadden of een bijzondere bescherming behoefden, nog meer in nood te brengen. Bovendien hebben dergelijke feiten een negatieve en sterk nadelige invloed voor de ganse balie.
Vandaar dat de schrapping als zwaarste sanctie zich opdringt.