- Zittingsincident t.a.v. magistraat
- Klacht van rechter
- Vaderlijke vermaning
- Geen beroep tegen beslissing stafhouder
- Tuchtvordering ontoelaatbaar
- Onbehoorlijke uitlatingen
- Vrijspraak
Ingevolge een klacht van een rechter tegen een advocaat vond bij de stafhouder een succesvolle verzoeningsvergadering plaats waarna de stafhouder een ‘vaderlijke vermaning’ oplegde aan de advocaat. De ‘vaderlijke vermaning’ komt evenwel niet voor als sanctie in art. 460 Ger. W.
De rechter-klager heeft geen gebruik gemaakt van de in art. 458 § 2 al. 2 voorziene mogelijkheid om de zaak aanhangig te maken bij de tuchtraad. Bij gebrek aan verhaal tegen de beslissing van de stafhouder kan de tuchtraad dit feit niet meer vervolgen.
Een advocaat is steeds eerbied verschuldigd tegenover de magistratuur, ook als hij niet als raadsman maar als partij optreedt. Ditzelfde respect mag worden verwacht vanwege de magistratuur t.o.v. de advocatuur. De door de advocaat gedane uitingen in hoedanigheid van burgerlijke partij zijn voor een advocaat onbehoorlijke opmerkingen doch zijn niet van die aard dat zij tot een sanctie aanleiding moeten geven.