- Cliënten onterecht voorhouden procedure te hebben aangevat
- De facto niet aanvatten van procedure
- Onthouden van correcte informatie aan de cliënten
- Niet of niet tijdig beantwoorden van briefwisseling van de stafhouder
- Deels vrijspraak
- Waarschuwing
De advocaat had een dossier aanvaard waarin een procedure diende te worden aangevat inzake de erkenning of adoptie van een kind. Aldus de advocaat moest niet voor verjaring worden gevreesd. Achteraf is gebleken dat de advocaat de cliënten correcte informatie heeft onthouden en dat de termijn om de procedure in te stellen was verstreken.
De totale desinformatie van cliënten over de oorzaken en de gevolgen van de verjaring is een essentiële tekortkoming aan de beroepsverplichting van een advocaat.
Hiervoor legt de tuchtraad bij gebreke aan antecedenten en gelet op de erkenning van deze beroepsfout door de advocaat, de straf van waarschuwing op.
Wat betreft de tenlastelegging dat de advocaat de briefwisseling van de stafhouder niet zou hebben beantwoord oordeelt de tuchtraad dat deze tenlastelegging niet bewezen is nu de advocaat niet onmiddellijk heeft geantwoord doch wel heeft gereageerd op een andere brief van de stafhouder en bij gelegenheid van het tuchtverhoor. Bovendien heeft de advocaat zich tegenover de stafhouder verontschuldigd.
Voor deze tenlastelegging spreekt de tuchtraad de advocaat vrij.