- Niet-inlichten van de opdrachtgever/rechtsbijstandsverzekeraar over het dossier van de cliënt
- Niet-beantwoorden van briefwisseling van de stafhouder
- Geen gevolg geven aan beloftes aan de stafhouder
- Waarschuwing
Het nalaten om informatie te verstrekken aan de opdrachtgever/rechtsbijstandsverzekeraar over de stand van zaken van een dossier van de cliënt is onverenigbaar met de basisbeginselen van art. 455 Ger. W., die aan het beroep van advocaat ten grondslag liggen en een behoorlijke beroepsuitoefening moeten waarborgen.
Het is steeds mogelijk dat door administratieve moeilijkheden informatie niet onmiddellijk kan worden verstrekt, maar het behoort tot de deontologische plicht van elke advocaat om de cliënt of de persoon in wiens opdracht hij handelt, in te lichten over de stand van zaken, zeker wanneer hieromtrent bij herhaling informatie werd gevraagd.
Door de lakse houding die er in heeft bestaan zijn opdrachtgever niet in te lichten over de stand van het dossier en door de stafhouder niet te antwoorden op pertinente vragen desbetreffend, meer nog door na beloftes aan de stafhouder te volharden in de boosheid, schendt de advocaat de principes van waardigheid, kiesheid en rechtschapenheid die aan de uitoefening van het beroep van advocaat ten grondslag liggen.
De tuchtraad legt de tuchtsanctie van waarschuwing op.