- Strafrechtelijke veroordeling
- Sluikwerk
- Honorarium in natura
- Opschorting van de uitspraak van de veroordeling
De essentie van een vonnis waarbij de uitspraak van een strafrechtelijke veroordeling wordt opgeschort is juist dat dergelijk vonnis geen strafrechtelijke veroordeling uitmaakt. Een opschorting van de veroordeling is een wijze van op de proef stellen van een beklaagde (art. 1, lid 1 probatiewet), waarbij de rechter de ten laste gelegde feiten bewezen verklaart zonder dat een veroordeling wordt uitgesproken en waarbij de vervolging beëindigd wordt indien de beslissing niet wordt herroepen (art. 3, lid 5 probatiewet). Deze sanctioneringsmodaliteit werd door de wetgever beschouwd als een bijzondere gunst die verantwoord is in de gevallen waarin de strafzaak te ernstig is om te worden geseponeerd, maar een veroordeling – zelfs met uitstel van de tenuitvoerlegging – de reclassering van de beklaagde nadelig zou kunnen beïnvloeden.
Het vonnis van de correctionele rechtbank waarbij de opschorting van de strafrechtelijke veroordeling lastens de advocaat gedurende drie jaar werd gelast, houdt dus geen strafrechtelijke veroordeling in. Met betrekking tot de ruil van enerzijds juridische bijstand door de advocaat met anderzijds schilderwerken aan zijn woning door de cliënten is in strijd met de deontologie van de advocatuur. Advocatenhonoraria worden bepaald en betaald in geld. Een honorarium in natura is strijdig met de deontologie van de advocatuur.
Gelet op het volledig blanco tuchtrechtelijk verleden van de advocaat gedurende meer dan 30 jaar en gelet op het feit dat de advocaat veelvuldig pro deo-aanstellingen aanvaardt in het kader van de juridische tweedelijnsbijstand om op die manier zeer actief mee te werken aan de juridische bijstand van minvermogenden, verleent de tuchtraad aan de advocaat het voordeel van de opschorting.