Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Incidenten op een notariskantoor
- Art. 458 Ger. W.
- Verhoor van getuigen onder eed
De advocaat dient zich te verantwoorden voor een aantal incidenten die zich hebben voorgedaan ten kantore van een notaris.
Het voorwerp van het geschil heeft betrekking op de handelwijze van de advocaat als advocaat die bijstand verleende aan een cliënt ten kantore van betrokken notaris.
Na enig aandringen en kennisgeving van het standpunt van de confrater die op de bewuste datum eveneens aanwezig was, heeft de advocaat gemeend te moeten ingaan op het voorstel om zijn excuses aan te bieden betreffende de door hem toegepaste handelwijze waarbij hij :
- zijn tegenstrever dermate identificeerde met de tegenpartij dat hij geen afstand kon nemen in het geschil;
- zijn tegenstrever heeft beledigd door te stellen dat zijn tegenstrever van het slag was dat voor 2,5 frank per uur werkt, bovendien heeft de advocaat haar een leugenaar genoemd in het bijzijn van de notaris, haar cliënte en zijn cliënte en heeft de advocaat haar tenslotte en vooral verweten dat hij hoopte dat zij geen kinderen heeft want niemand wil een moeder zoals zij.
Opzichtens de notaris heeft de advocaat zich bovendien zeer negatief uitgelaten door deze onbekwaamheid te verwijten en dat hij persoonlijk bij de rechtbank en andere instanties ervoor zou zorgen dat zij niet langer kan optreden.
Deze verontschuldiging volstaat niet om aan de tuchtvervolging te ontsnappen.
Nu de klachten overgemaakt werden door de Eerste syndicus van de Kamer/Genootschap van notarissen en later ook door de stafhouder is voldaan aan de vereisten inzake identificatie van de klagers (notaris X en advocaat Y) zoals beschreven in art. 458 Ger. W.
Alleen de klagers voornoemd, de partijen A en B en – blijkens de verklaring van gerechtsdeurwaarder - een niet nader geïdentificeerde medewerkster van de notaris waren aanwezig toen de feiten zich zouden hebben voorgedaan.
In het kader van de waarheidsvinding dringt een verhoor onder eed van partij A, partij B en de medewerkster van de notaris zich op.
De stafhouder wordt verzocht de identiteit van de medewerkster van de notaris op te vragen.