TB-0056-2012: Beslissing 12 februari 2013
- Tekortkomingen in financiële verplichtingen
- Meerdere veroordelingen m.b.t. schulden – diverse schulden
- Oneigenlijk gebruik derdengelden
- Recidive
- Geen wettelijke basis voor opslorping in het tuchtrecht
- Schorsing van twee maanden waarvan 14 dagen effectief en het overige met uitstel voor één jaar
De advocaat in casu is tekortgeschoten in zijn financiële verplichtingen ten aanzien van de RSZ, een deskundige en de eigenaar van het kantoorgebouw. Bovendien werd hij reeds eerder voor een aantal van deze schulden veroordeeld bij sententie van 5 mei 2011.
Behoudens schulden aan diverse schuldeisers heeft de advocaat op de koop toe zijn derdenrekening oneigenlijk gebruikt en niet behoorlijk beheerd.
Het feit dat de advocaat ten aanzien van de eigenaar van het kantoorgebouw zijn financiële verplichtingen niet is nagekomen en een belangrijk bedrag aan achterstallige huur onbetaald liet, is bezwarend nu het hier gaat om een schuld van een advocaat ten opzichte van een privépersoon hetgeen ook de reputatie van de balie in het gedrang brengt.
De advocaat vraagt om de opslorping gelet op zijn eerdere veroordeling van 5 mei 2011 doch voor opslorping bestaat in het advocatentuchtrecht geen wettelijke basis. Bovendien geldt de opslorping niet ten aanzien van feiten die na een vroegere veroordeling opnieuw worden gepleegd. De nieuwe feiten mogen dan een manifestatie zijn van een reeds lang bestaande instelling of lankmoedigheid bij de advocaat, dit betekent niet dat zij thans niet zouden kunnen worden bestraft. Gelet op het feit dat de feiten bewezen zijn en rekening houdend met enerzijds de reeds opgelegde tuchtstraf van 5 mei 2011 en anderzijds het voorheen gunstige tuchtverleden van de advocaat legt de tuchtraad een schorsing op van twee maanden waarvan 14 dagen effectief en het overige met uitstel voor één jaar.