Voorzitter op vrijdag: "Inzetten op educatieve communicatie, digitalisering en alternatieve geschillenoplossing, daarin valt nog bijzonder veel te winnen"
- Opvolging
- Beroepsgeheim
- Nalatigheid bij behandeling dossier / verwaarlozing belangen cliënt
- Gedeeltelijke vrijspraak
De advocaat wordt vervolgd voor
- inbreuk op artikel 120 van de Codex Deontologie
- een gebrek aan waardigheid en diligentie te hebben betoond en
- het op een onwaardige en onkiese manier communiceren over haar cliënten en daarbij mogelijk haar beroepsgeheim te hebben geschonden
Voor wat het overmaken van het dossier aan een opvolger betreft, oordeelt de tuchtraad dat het enkel doorzenden ervan via WeTransfer volstaat, vermits niet is bewezen dat het bij aanvang aan de advocaat bezorgde dossier uit een hardcopy in papier bestond. Omdat de doorzending nochtans niet met de nodige diligentie gebeurde, wordt de inbreuk op artikel 120 Codex Deontologie wel bewezen verklaard.
Uit emailverkeer blijkt dat de advocaat met de technische raadsman op een zeer onkiese en laatdunkende manier over haar cliënt communiceerde, zij het dat de cliënt zich weliswaar zelf ook aanmatigend en provocerend gedroeg naar de advocaat toe.
De problemen met de cliënt werden door de advocaat besproken met haar moeder. Gezien de moeder meewerkte als secretariaatshulp, zag de tuchtraad daar geen bewuste schending van het beroepsgeheim in, al ware het voorzichtiger geweest de werkrelatie met de moeder schriftelijk vast te leggen met inbegrip van de verplichting tot geheimhouding.
De advocaat wordt vrijgesproken voor de schending van het beroepsgeheim en krijgt een berisping voor de andere inbreuken.
Deze beslissing werd in graad van beroep hervormd:
TB-0295-2023: Beslissing van 6 februari 2024
Opvolging
Beroepsgeheim
Nalatigheid bij behandeling dossier / verwaarlozing belangen cliënt
Schorsing met uitstel